Artikel 178a (Bevoegdheid onderzoekshandelingen rechter-commissaris)
1. De rechter-commissaris, bevoegd tot het doen van enig onderzoek, kan een bepaalde onderzoekshandeling ook binnen het rechtsgebied van een andere rechtbank verrichten of doen verrichten. Hij brengt in dat geval zijn ambtgenoot hiervan tijdig op de hoogte.
2. Bij dringende noodzakelijkheid kan de rechter-commissaris een bepaalde onderzoekshandeling overdragen aan de rechter-commissaris bij de rechtbank binnen welker rechtsgebied zij moet plaatshebben.
3. De rechter-commissaris in de rechtbank Rotterdam is bij uitsluiting bevoegd tot het geven van bevelen en het verrichten of doen verrichten van onderzoekshandelingen als omschreven in de artikelen 226m tot en met 226s, ook binnen het rechtsgebied van een andere rechtbank.
4. Ten aanzien van een onderzoekshandeling bedoeld in het tweede en derde lid vinden de bepalingen van de tweede tot en met de vijfde en de achtste afdeling van de Derde Titel van dit Boek overeenkomstige toepassing.
Uitleg in duidelijke taal
1. De rechter-commissaris, bevoegd tot het doen van enig onderzoek, kan een bepaalde onderzoekshandeling ook binnen het rechtsgebied van een andere rechtbank verrichten of doen verrichten. Hij brengt in dat geval zijn ambtgenoot hiervan tijdig op de hoogte.
Dit lid stelt dat de rechter-commissaris die bevoegd is om een onderzoek te doen, een specifieke onderzoekshandeling ook mag uitvoeren of laten uitvoeren binnen het rechtsgebied van een andere rechtbank. Als hij dit doet, moet hij zijn collega (ambtgenoot) bij die andere rechtbank hierover tijdig informeren.
2. Bij dringende noodzakelijkheid kan de rechter-commissaris een bepaalde onderzoekshandeling overdragen aan de rechter-commissaris bij de rechtbank binnen welker rechtsgebied zij moet plaatshebben.
Dit lid bepaalt dat wanneer er sprake is van dringende noodzakelijkheid, de rechter-commissaris een specifieke onderzoekshandeling kan overdragen aan de rechter-commissaris van de rechtbank in wiens rechtsgebied die handeling moet worden verricht.
3. De rechter-commissaris in de rechtbank Rotterdam is bij uitsluiting bevoegd tot het geven van bevelen en het verrichten of doen verrichten van onderzoekshandelingen als omschreven in de artikelen 226m tot en met 226s, ook binnen het rechtsgebied van een andere rechtbank.
Dit lid specificeert dat de rechter-commissaris van de rechtbank Rotterdam als enige (bij uitsluiting) bevoegd is om bevelen te geven en onderzoekshandelingen te verrichten of te laten verrichten die zijn omschreven in de artikelen 226m tot en met 226s. Deze bevoegdheid geldt ook binnen het rechtsgebied van een andere rechtbank.
4. Ten aanzien van een onderzoekshandeling bedoeld in het tweede en derde lid vinden de bepalingen van de tweede tot en met de vijfde en de achtste afdeling van de Derde Titel van dit Boek overeenkomstige toepassing.
Dit lid geeft aan dat voor een onderzoekshandeling zoals bedoeld in het tweede en derde lid van dit artikel, de regels (bepalingen) van de tweede tot en met de vijfde en de achtste afdeling van de Derde Titel van dit Wetboek op een vergelijkbare manier (overeenkomstig) van toepassing zijn.