Artikel 152 (Proces-verbaalplicht opsporingsambtenaren)
1. De ambtenaren, met de opsporing van strafbare feiten belast, maken ten spoedigste proces-verbaal op van het door hen opgespoorde strafbare feit of van hetgeen door hen tot opsporing is verricht of bevonden.
2. Het opmaken van proces-verbaal kan onder verantwoordelijkheid van het openbaar ministerie achterwege worden gelaten.
Uitleg in duidelijke taal
1. De ambtenaren, met de opsporing van strafbare feiten belast, maken ten spoedigste proces-verbaal op van het door hen opgespoorde strafbare feit of van hetgeen door hen tot opsporing is verricht of bevonden.
Dit lid stelt dat de ambtenaren die belast zijn met de opsporing van strafbare feiten, zo snel mogelijk (ten spoedigste) een officieel verslag (proces-verbaal) moeten opmaken. Dit proces-verbaal betreft het strafbare feit dat zij hebben opgespoord, of de handelingen die zij hebben verricht of de zaken die zij hebben vastgesteld (bevonden) in het kader van de opsporing.
2. Het opmaken van proces-verbaal kan onder verantwoordelijkheid van het openbaar ministerie achterwege worden gelaten.
Dit lid bepaalt dat het opmaken van een proces-verbaal niet hoeft plaats te vinden (achterwege kan worden gelaten) indien dit gebeurt onder de verantwoordelijkheid van het openbaar ministerie.