Artikel 128 (Ontdekking op heterdaad)
1. Ontdekking op heeter daad heeft plaats, wanneer het strafbare feit ontdekt wordt, terwijl het begaan wordt of terstond nadat het begaan is.
2. Het geval van ontdekking op heeter daad wordt niet langer aanwezig geacht dan kort na het feit dier ontdekking.
Uitleg in duidelijke taal
1. Ontdekking op heeter daad heeft plaats, wanneer het strafbare feit ontdekt wordt, terwijl het begaan wordt of terstond nadat het begaan is.
Dit lid stelt dat ontdekking op heeter daad plaatsvindt, wanneer het strafbare feit ontdekt wordt, hetzij terwijl het begaan wordt, hetzij terstond nadat het begaan is.
2. Het geval van ontdekking op heeter daad wordt niet langer aanwezig geacht dan kort na het feit dier ontdekking.
Dit lid verduidelijkt dat de toestand van ontdekking op heeter daad niet langer wordt geacht aanwezig te zijn dan kort na het feit dier ontdekking (dat wil zeggen: kort nadat die ontdekking heeft plaatsgevonden).