Artikel 125o (Ontoegankelijk maken gegevens bij doorzoeking)
1. Indien bij een doorzoeking in een geautomatiseerd werk gegevens worden aangetroffen met betrekking tot welke of met behulp waarvan het strafbare feit is gepleegd, kan de officier van justitie dan wel indien deze de doorzoeking verricht, de rechter-commissaris bepalen dat die gegevens ontoegankelijk worden gemaakt voor zover dit noodzakelijk is ter beëindiging van het strafbare feit of ter voorkoming van nieuwe strafbare feiten.
2. Onder ontoegankelijkmaking van gegevens wordt verstaan het treffen van maatregelen om te voorkomen dat de beheerder van het in het eerste lid bedoelde geautomatiseerde werk of derden verder van die gegevens kennisnemen of gebruikmaken, alsmede ter voorkoming van de verdere verspreiding van die gegevens. Onder ontoegankelijkmaking wordt mede verstaan het verwijderen van de gegevens uit het geautomatiseerde werk, met behoud van de gegevens ten behoeve van de strafvordering.
3. Zodra het belang van de strafvordering zich niet meer verzet tegen opheffing van de maatregelen, bedoeld in het tweede lid, bepaalt de officier van justitie dan wel, indien deze de doorzoeking heeft verricht, de rechter-commissaris dat de gegevens weer ter beschikking van de beheerder van het geautomatiseerde werk worden gesteld.
Uitleg in duidelijke taal
1. Indien bij een doorzoeking in een geautomatiseerd werk gegevens worden aangetroffen met betrekking tot welke of met behulp waarvan het strafbare feit is gepleegd, kan de officier van justitie dan wel indien deze de doorzoeking verricht, de rechter-commissaris bepalen dat die gegevens ontoegankelijk worden gemaakt voor zover dit noodzakelijk is ter beëindiging van het strafbare feit of ter voorkoming van nieuwe strafbare feiten.
Dit betekent dat als er tijdens een doorzoeking
in een geautomatiseerd werk
(zoals een computer of server) gegevens
worden gevonden die te maken hebben met het strafbare feit
dat is gepleegd, of die gebruikt zijn om het strafbare feit
te plegen, de officier van justitie
kan beslissen dat deze gegevens ontoegankelijk worden gemaakt
. Indien de rechter-commissaris
de doorzoeking
uitvoert, kan de rechter-commissaris
dit beslissen. Dit mag alleen als het noodzakelijk
is om het strafbare feit
te stoppen (ter beëindiging van het strafbare feit
) of om te voorkomen dat er nieuwe strafbare feiten
worden gepleegd (ter voorkoming van nieuwe strafbare feiten
).
2. Onder ontoegankelijkmaking van gegevens wordt verstaan het treffen van maatregelen om te voorkomen dat de beheerder van het in het eerste lid bedoelde geautomatiseerde werk of derden verder van die gegevens kennisnemen of gebruikmaken, alsmede ter voorkoming van de verdere verspreiding van die gegevens. Onder ontoegankelijkmaking wordt mede verstaan het verwijderen van de gegevens uit het geautomatiseerde werk, met behoud van de gegevens ten behoeve van de strafvordering.
Dit lid definieert wat onder ontoegankelijkmaking van gegevens
wordt verstaan. Het is het treffen van maatregelen
om te verhinderen dat de beheerder
van het geautomatiseerde werk
(zoals genoemd in het eerste lid) of derden
(andere personen of entiteiten) nog langer kennisnemen
van die gegevens
of daarvan gebruikmaken
. Het omvat ook maatregelen ter voorkoming van de verdere verspreiding van die gegevens
. Ontoegankelijkmaking
houdt mede in het verwijderen van de gegevens
uit het geautomatiseerde werk
, waarbij de gegevens
wel bewaard blijven (met behoud van de gegevens
) voor het strafrechtelijk onderzoek (ten behoeve van de strafvordering
).
3. Zodra het belang van de strafvordering zich niet meer verzet tegen opheffing van de maatregelen, bedoeld in het tweede lid, bepaalt de officier van justitie dan wel, indien deze de doorzoeking heeft verricht, de rechter-commissaris dat de gegevens weer ter beschikking van de beheerder van het geautomatiseerde werk worden gesteld.
Dit lid bepaalt dat zodra het belang van de strafvordering
(het belang van het strafrechtelijk onderzoek en de vervolging) zich niet langer verzet tegen de opheffing van de maatregelen
die in het tweede lid zijn genoemd (de maatregelen tot ontoegankelijkmaking), de officier van justitie
beslist dat de gegevens
weer ter beschikking van de beheerder van het geautomatiseerde werk worden gesteld
. Als de rechter-commissaris
de doorzoeking
heeft verricht en de maatregel heeft bevolen, dan beslist de rechter-commissaris
hierover. De beheerder
krijgt dan dus weer toegang tot de gegevens
.