Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. Algemeene bepalingen
Titel IV. Eenige bijzondere dwangmiddelen
Zevende afdeling. Doorzoeking ter vastlegging van gegevens
Artikel 125la

Artikel 125la (Doorzoeking telecom: kennisname gegevens niet-aanbieder, machtiging)

Laatste versie

Indien bij een doorzoeking ter vastlegging van gegevens bij een aanbieder van een openbaar telecommunicatienetwerk of een openbare telecommunicatiedienst gegevens worden aangetroffen die niet voor deze bestemd of van deze afkomstig zijn, is de officier van justitie slechts bevoegd te bepalen dat van deze gegevens wordt kennisgenomen en dat deze worden vastgelegd, voor zover zij klaarblijkelijk van de verdachte afkomstig zijn, voor hem bestemd zijn, op hem betrekking hebben of tot het begaan van het strafbare feit hebben gediend, ofwel klaarblijkelijk met betrekking tot die gegevens het strafbare feit is gepleegd. De officier van justitie behoeft hiervoor een voorafgaande schriftelijke machtiging, op zijn vordering te verlenen door de rechter-commissaris.

Uitleg in duidelijke taal

Indien bij een doorzoeking ter vastlegging van gegevens bij een aanbieder van een openbaar telecommunicatienetwerk of een openbare telecommunicatiedienst gegevens worden aangetroffen die niet voor deze bestemd of van deze afkomstig zijn, is de officier van justitie slechts bevoegd te bepalen dat van deze gegevens wordt kennisgenomen en dat deze worden vastgelegd, voor zover zij klaarblijkelijk van de verdachte afkomstig zijn, voor hem bestemd zijn, op hem betrekking hebben of tot het begaan van het strafbare feit hebben gediend, ofwel klaarblijkelijk met betrekking tot die gegevens het strafbare feit is gepleegd. De officier van justitie behoeft hiervoor een voorafgaande schriftelijke machtiging, op zijn vordering te verlenen door de rechter-commissaris.

Dit artikel regelt de bevoegdheid van de officier van justitie wanneer tijdens een doorzoeking ter vastlegging van gegevens bij een aanbieder van een openbaar telecommunicatienetwerk of een openbare telecommunicatiedienst gegevens worden gevonden (aangetroffen) die niet voor deze aanbieder bestemd zijn of van deze afkomstig zijn. In een dergelijk geval is de officier van justitie slechts bevoegd te bepalen dat van deze gegevens wordt kennisgenomen en dat deze worden vastgelegd, maar alleen (voor zover) aan de volgende voorwaarden is voldaan:

  • de gegevens zijn klaarblijkelijk van de verdachte afkomstig,
  • of zijn voor hem bestemd,
  • of hebben op hem betrekking,
  • of hebben tot het begaan van het strafbare feit gediend,
  • ofwel het is klaarblijkelijk dat met betrekking tot die gegevens het strafbare feit is gepleegd. Voor het kennisnemen van en het vastleggen van dergelijke gegevens heeft de officier van justitie een voorafgaande schriftelijke machtiging nodig. Deze machtiging wordt, op vordering (formeel verzoek) van de officier van justitie, verleend door de rechter-commissaris.