Terug naar bibliotheek
Zevende Boek. Enige rechtsplegingen van bijzondere aard
Titel IX. Overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen
Derde Afdeling. Procedure
Par. 4. Buitengerechtelijke procedure
Geldboeten
Artikel 592a

Artikel 592a

Laatste versie

1 Indien de in de vreemde staat opgelegde sanctie uitsluitend strekt tot de betaling van een geldboete, eventueel onder bedreiging met een vervangende tot vrijheidsontneming strekkende sanctie, wordt deze ten uitvoer gelegd krachtens een beslissing van de procureur-generaal.

2 Alvorens een beslissing te nemen ingevolge het eerste lid stelt de procureur-generaal de veroordeelde in de gelegenheid te worden gehoord.

3 De procureur-generaal drukt overeenkomstig het bepaalde in het toepasselijke verdrag het bedrag van de geldboete uit valuta van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Indien het verdrag daaromtrent geen voorschriften bevat bepaalt de procureur-generaal de hoogte van het bedrag volgens de wisselkoers die gold op het tijdstip van veroordeling in de vreemde staat. Als wisselkoers geldt de middenkoers zoals dagelijks vastgesteld en genoteerd door de Europese Centrale Bank.

4 Voor valuta waarvan de wisselkoers niet dagelijks door de Europese Centrale Bank wordt vastgesteld en genoteerd geldt de wisselkoers die wordt verkregen uit de waarde in speciale trekkingsrechten van de desbetreffende valuta op de laatste werkdag van de maand waarin de teenuitvoer te leggen sanctie in de vreemde staat werd opgelegd.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad864x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:793

ECLI:NL:HR:2019:79328 mei 2019Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad66x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:2338

ECLI:NL:HR:2018:233818 december 2018Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad32x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:87 - Beroepsverbod als bijzondere voorwaarde en proceskosten bij toevoeging benadeelde partij

ECLI:NL:HR:2019:8722 januari 2019Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Een beroepsverbod kan als bijzondere voorwaarde worden opgelegd, mits de wettelijke regeling voor die bijkomende straf niet onaanvaardbaar wordt doorkruist. Proceskosten van een benadeelde partij met rechtsbijstandstoevoeging worden begroot volgens het civiele liquidatietarief, waarbij de toevoeging buiten beschouwing blijft.

StrafrechtStrafprocesrecht, Materieel Strafrecht
Civiel RechtLetselschaderecht
Hoge Raad26x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2001:AB1819

ECLI:NL:HR:2001:AB181929 mei 2001Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht, Materieel Strafrecht
Hoge Raad18x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2000:ZD1786

ECLI:NL:HR:2000:ZD178618 april 2000Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad13x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2010:BM9405

ECLI:NL:HR:2010:BM940523 november 2010Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad9x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:663

ECLI:NL:HR:2017:66311 april 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:762

ECLI:NL:HR:2020:76221 april 2020Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad7x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:2233

ECLI:NL:HR:2018:22334 december 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad7x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:1426

ECLI:NL:HR:2016:14265 juli 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak