Artikel 588
1. Het Hof onderzoekt de identiteit van de veroordeelde, de ontvankelijkheid van de procureur-generaal, alsmede de mogelijkheid van tenuitvoerlegging in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba van de in het buitenland gewezen rechterlijke beslissing en de feiten en omstandigheden die voor zijn beslissing van belang zijn.
2. De procureur-generaal en de veroordeelde en diens advocaat worden in de gelegenheid gesteld ter terechtzitting van het Hof te worden gehoord.
3. Het Hof is gebonden aan de vaststelling van de feiten die de buitenlandse rechter kennelijk aan zijn beslissing ten grondslag heeft gelegd. Het treedt niet in een nieuw onderzoek naar deze feiten.
4. Op punten die niet in deze titel zijn geregeld, vindt het bepaalde in de Tweede Afdeling van Titel IV van het Vijfde Boek overeenkomstige toepassing, behoudens het bepaalde omtrent het verhoor van getuigen en het houden van een schouw.
5. Indien getuigen zijn gedagvaard ter verkrijging van inlichtingen omtrent de persoonlijkheid van de veroordeelde of indien het Hof het noodzakelijk acht feiten te onderzoeken ter beoordeling van het bestaan van gronden die naar het recht van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, doch niet naar dat van de vreemde staat, de strafbaarheid van het feit of de dader uitsluiten,vindt voorts het bepaalde in de Tweede Afdeling van Titel IV van het Vijfde Boek omtrent het verhoor van getuigen overeenkomstige toepassing.
6. Indien de procureur-generaal overeenkomstig artikel 586, tweede lid, heeft geweigerd een getuige te dagvaarden, kan de veroordeelde het Hof verzoeken alsnog de dagvaarding van de getuige te bevelen. Het Hof gaat hiertoe over, indien het van oordeel is dat de procureur-generaal in redelijkheid niet tot zijn beslissing heeft kunnen komen.
7. De procureur-generaal legt, na voorlezing, een conclusie aan het Hof over. Indien de conclusie strekt tot bewilliging in de tenuitvoerlegging, omschrijft zij de straf of maatregel die naar het oordeel van de procureur-generaal in plaats van de buitenlandse sanctie behoort te worden opgelegd. Tevens vermeldt de procureur-generaal in dat geval met welk strafbaar feit naar het recht van Bonaire, Sint Eustatius en Saba het feit op grond waarvan de veroordeelde aan een buitenlandse sanctie is onderworpen, overeenkomt.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2008:BD2578 - Hoge Raad - 16 juni 2008
ECLI:NL:HR:2002:AD5163 - Hoge Raad - 11 maart 2002
ECLI:NL:HR:2015:3323 - Het briefadres als officieel adres voor betekening in strafzaken - 16 november 2015
De Hoge Raad oordeelt dat een briefadres, zoals opgenomen in de Basisregistratie Personen (BRP), bij gebreke van een woonadres geldt als het officiƫle adres voor betekening volgens artikel 588 Sv. Toezending van een dagvaarding per post naar een briefadres is onvoldoende; uitreiking is vereist.
ECLI:NL:HR:2019:1145 - Aanhoudingsverzoek bij niet-persoonlijke betekening: belangenafweging is vereist - 8 juli 2019
Indien een oproeping rechtsgeldig maar niet in persoon is betekend, mag de rechter een aanhoudingsverzoek niet afwijzen op de enkele grond dat de verdachte op de hoogte zou zijn. Er moet een belangenafweging plaatsvinden tussen het aanwezigheidsrecht en een spoedige berechting.
ECLI:NL:HR:2015:3216 - Geldigheid betekening appeldagvaarding en gevolgen overschrijding redelijke termijn - 2 november 2015
Een appeldagvaarding is rechtsgeldig betekend op het adres dat de raadsman recenter opgaf dan de verdachte zelf. Het verzuim om binnen een jaar na een verstekarrest de mededeling daarvan te betekenen, leidt tot schending van de redelijke termijn en strafvermindering.
ECLI:NL:HR:2014:3475 - Hoge Raad - 1 december 2014
ECLI:NL:PHR:2024:807 - Parket bij de Hoge Raad - 23 september 2024
ECLI:NL:HR:2019:651 - Redelijke termijn, verjaring en de plicht tot voortvarende betekening bij verstek - 22 april 2019
De Hoge Raad oordeelt dat de redelijke termijn (art. 6 EVRM) is geschonden als het OM niet voortvarend handelt bij de betekening van een verstekmededeling. Tevens wordt de vervolging voor een feit niet-ontvankelijk verklaard wegens verjaring, wat leidt tot een aanzienlijke strafvermindering.
ECLI:NL:HR:2020:378 - Aanhoudingsverzoek bij afwezige verdachte: motivering vereist volledige belangenafweging - 2 maart 2020
Bij een aanhoudingsverzoek omdat een niet in persoon gedagvaarde verdachte mogelijk geen weet heeft van de zitting, moet de rechter een volledige belangenafweging maken. De vaststelling dat een verdachte zich bereikbaar moet houden voor zijn raadsman is op zichzelf onvoldoende motivering voor een afwijzing.
ECLI:NL:HR:2016:2073 - Tijdsverloop bevel DNA-afname schaadt belang veroordeelde niet - 12 september 2016
Een onnodig lang tijdsverloop tussen een veroordeling en het bevel tot afname van celmateriaal staat niet in de weg aan het bepalen en verwerken van een DNA-profiel. De veroordeelde wordt hierdoor niet geschaad in een door de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden beschermd belang.