Artikel 122
1 In geval van ontdekking op heterdaad of van een misdrijf waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten, kan de officier van justitie bij dringende noodzakelijkheid en indien het optreden van de rechter-commissaris niet kan worden afgewacht:
a. ter inbeslagneming huiszoeking doen en de daarvoor vatbare voorwerpen in beslag nemen;
b. ter gelegenheid van een schouw elders, voor inbeslagneming vatbare voorwerpen, voor zover deze voor de hand worden aangetroffen, in beslag nemen.
2 Kan het optreden van de officier van justitie niet worden afgewacht, dan komt de bevoegdheid toe aan een hulpofficier van justitie, onder verplichting om van de ondernomen handeling onverwijld kennis te geven aan de officier van justitie.
3 In geval van toepassing van het eerste en tweede lid is de officier van justitie of de hulpofficier van justitie bevoegd elke plaats te betreden. De artikelen 155 tot en met 164 zijn van toepassing.