Artikel 366 (Knevelarij)
De ambtenaar die in de uitoefening van zijn bediening, als verschuldigd aan hemzelf, aan een ander ambtenaar of aan enige openbare kas, vordert of ontvangt of bij een uitbetaling terughoudt hetgeen hij weet dat niet verschuldigd is, wordt, als schuldig aan knevelarij, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Uitleg in duidelijke taal
De ambtenaar die in de uitoefening van zijn bediening, als verschuldigd aan hemzelf, aan een ander ambtenaar of aan enige openbare kas, vordert of ontvangt of bij een uitbetaling terughoudt hetgeen hij weet dat niet verschuldigd is, wordt, als schuldig aan knevelarij, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Dit artikel bepaalt dat een ambtenaar die in de uitoefening van zijn bediening handelt en hetgeen hij weet dat niet verschuldigd is, vordert of ontvangt of bij een uitbetaling terughoudt, en dit doet onder het voorwendsel dat het verschuldigd is aan hemzelf, aan een ander ambtenaar of aan enige openbare kas, wordt, als schuldig aan knevelarij, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.