Artikel 348 (Onttrekken, vernielen goed aan pandrecht, retentierecht, vruchtgebruik)
1. Hij die opzettelijk zijn eigen goed of, ten behoeve van degene aan wie het toebehoort, een hem niet toebehorend goed onttrekt aan een pandrecht, een retentierecht of een recht van vruchtgebruik of gebruik van een ander, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste een jaar en zes maanden.
2. Met dezelfde straf wordt gestraft hij die opzettelijk een goed dat is onderworpen aan een pandrecht, een retentierecht of een recht van vruchtgebruik of gebruik van een ander, vernielt, beschadigt of onbruikbaar maakt.
3. De bepaling van artikel 316 is op deze misdrijven van toepassing.
Uitleg in duidelijke taal
1. Hij die opzettelijk zijn eigen goed of, ten behoeve van degene aan wie het toebehoort, een hem niet toebehorend goed onttrekt aan een pandrecht, een retentierecht of een recht van vruchtgebruik of gebruik van een ander, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste een jaar en zes maanden.
Dit lid bepaalt dat hij die opzettelijk zijn eigen goed onttrekt aan een pandrecht, een retentierecht of een recht van vruchtgebruik of gebruik van een ander, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste een jaar en zes maanden. Hetzelfde geldt voor hij die opzettelijk, ten behoeve van degene aan wie het toebehoort, een hem niet toebehorend goed onttrekt aan een dergelijk recht van een ander.
2. Met dezelfde straf wordt gestraft hij die opzettelijk een goed dat is onderworpen aan een pandrecht, een retentierecht of een recht van vruchtgebruik of gebruik van een ander, vernielt, beschadigt of onbruikbaar maakt.
Dit lid bepaalt dat met dezelfde straf (een gevangenisstraf van ten hoogste een jaar en zes maanden) wordt gestraft hij die opzettelijk een goed vernielt, beschadigt of onbruikbaar maakt, wanneer dat goed is onderworpen aan een pandrecht, een retentierecht of een recht van vruchtgebruik of gebruik van een ander.
3. De bepaling van artikel 316 is op deze misdrijven van toepassing.
Dit lid geeft aan dat de bepaling van artikel 316 van toepassing is op deze misdrijven.