Artikel 323 (Verduistering door specifieke functionarissen en bewaarders)
Verduistering gepleegd door hem wie het goed uit noodzaak in bewaring is gegeven, of door voogden, curators, bewindvoerders, executeurs van een nalatenschap, door de rechter benoemde vereffenaars van een nalatenschap of gemeenschap of beheerders van instellingen van weldadigheid of van stichtingen, ten opzichte van enig goed dat zij als zodanig onder zich hebben, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Uitleg in duidelijke taal
Verduistering gepleegd door hem wie het goed uit noodzaak in bewaring is gegeven, of door voogden, curators, bewindvoerders, executeurs van een nalatenschap, door de rechter benoemde vereffenaars van een nalatenschap of gemeenschap of beheerders van instellingen van weldadigheid of van stichtingen, ten opzichte van enig goed dat zij als zodanig onder zich hebben, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Dit artikel bepaalt dat wanneer verduistering gepleegd wordt door hem wie het goed uit noodzaak in bewaring is gegeven (dat wil zeggen, de persoon aan wie het goed vanwege een noodsituatie ter bewaring is toevertrouwd), of door voogden, curators, bewindvoerders, executeurs van een nalatenschap, door de rechter benoemde vereffenaars van een nalatenschap of gemeenschap of beheerders van instellingen van weldadigheid of van stichtingen, deze handeling wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren of geldboete van de vijfde categorie. Dit geldt specifiek voor verduistering ten opzichte van enig goed dat zij als zodanig (in hun hoedanigheid van bijvoorbeeld voogd, curator, etc.) onder zich hebben.