Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Misdrijven
Titel XIX. Misdrijven tegen het leven gericht
Artikel 288

Artikel 288 (Gekwalificeerde doodslag)

Laatste versie

Doodslag gevolgd, vergezeld of voorafgegaan van een strafbaar feit en gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heter daad, aan zichzelf of andere deelnemers aan dat feit hetzij straffeloosheid hetzij het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren, wordt gestraft met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste dertig jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Uitleg in duidelijke taal

Doodslag gevolgd, vergezeld of voorafgegaan van een strafbaar feit en gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heter daad, aan zichzelf of andere deelnemers aan dat feit hetzij straffeloosheid hetzij het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren, wordt gestraft met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste dertig jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Dit artikel beschrijft de straf voor doodslag die wordt gepleegd in samenhang met een ander strafbaar feit. Specifiek betreft het doodslag die:

  • gevolgd wordt door, vergezeld gaat van, of voorafgegaan wordt door een strafbaar feit, én
  • gepleegd is met het oogmerk om:
  • de uitvoering van dat andere strafbare feit voor te bereiden of gemakkelijk te maken, óf
  • bij betrapping op heter daad (tijdens dat andere feit), aan zichzelf of andere deelnemers aan dat feit hetzij straffeloosheid (impuniteit) hetzij het bezit van het wederrechtelijk verkregene (de buit) te verzekeren (veilig te stellen). De dader van dergelijke doodslag wordt gestraft met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke gevangenisstraf van ten hoogste dertig jaren of geldboete van de vijfde categorie.