Artikel 198 (Onttrekken of vernielen beslagen goederen)
1. Hij die opzettelijk enig goed aan het krachtens de wet daarop gelegd beslag of aan een gerechtelijke bewaring onttrekt of, wetende dat het daaraan onttrokken is, verbergt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.
2. Met dezelfde straf wordt gestraft hij die opzettelijk enig krachtens de wet in beslag genomen goed vernielt, beschadigt of onbruikbaar maakt.
3. Met dezelfde straf wordt gestraft de bewaarder die opzettelijk een van deze feiten pleegt of toelaat, of de dader als medeplichtige ter zijde staat.
Uitleg in duidelijke taal
1. Hij die opzettelijk enig goed aan het krachtens de wet daarop gelegd beslag of aan een gerechtelijke bewaring onttrekt of, wetende dat het daaraan onttrokken is, verbergt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.
Dit betekent letterlijk: Een persoon die opzettelijk enig goed aan het krachtens de wet daarop gelegd beslag of aan een gerechtelijke bewaring onttrekt, of die, wetende dat het daaraan onttrokken is, dit goed verbergt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.
2. Met dezelfde straf wordt gestraft hij die opzettelijk enig krachtens de wet in beslag genomen goed vernielt, beschadigt of onbruikbaar maakt.
Dit betekent letterlijk: Met dezelfde straf als genoemd in lid 1 wordt de persoon gestraft die opzettelijk enig krachtens de wet in beslag genomen goed vernielt, beschadigt of onbruikbaar maakt.
3. Met dezelfde straf wordt gestraft de bewaarder die opzettelijk een van deze feiten pleegt of toelaat, of de dader als medeplichtige ter zijde staat.
Dit betekent letterlijk: Met dezelfde straf als genoemd in de voorgaande leden wordt de bewaarder gestraft die opzettelijk een van de in lid 1 of lid 2 genoemde feiten pleegt of toelaat, of die de dader van zo'n feit als medeplichtige ter zijde staat.