Artikel 173b (Wederrechtelijk stof brengen door schuld met gevaar)
Hij aan wiens schuld te wijten is, dat wederrechtelijk een stof op of in de bodem, in de lucht of in het oppervlaktewater wordt gebracht, wordt gestraft: 1°. met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie, indien daarvan gevaar voor de openbare gezondheid of levensgevaar voor een ander te duchten is; 2°. met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie, indien daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is en het feit iemands dood ten gevolge heeft.
Uitleg in duidelijke taal
Hij aan wiens schuld te wijten is, dat wederrechtelijk een stof op of in de bodem, in de lucht of in het oppervlaktewater wordt gebracht, wordt gestraft:
Dit betekent letterlijk: De persoon aan wiens schuld het te wijten is dat een stof wederrechtelijk (dus onrechtmatig, zonder daartoe gerechtigd te zijn) op of in de bodem, in de lucht of in het oppervlaktewater terechtkomt (wordt gebracht), wordt gestraft op de volgende wijzen, afhankelijk van de gevolgen:
1°. met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie, indien daarvan gevaar voor de openbare gezondheid of levensgevaar voor een ander te duchten is;
De straf is een gevangenisstraf van maximaal één jaar of een geldboete van de vierde categorie, indien door deze handeling (daarvan) gevaar voor de openbare gezondheid of levensgevaar voor een andere persoon te duchten is (dat wil zeggen: redelijkerwijs te verwachten of te vrezen is).
2°. met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie, indien daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is en het feit iemands dood ten gevolge heeft.
De straf is een gevangenisstraf van maximaal twee jaar of een geldboete van de vierde categorie, indien door deze handeling (daarvan) levensgevaar voor een andere persoon te duchten is (redelijkerwijs te verwachten of te vrezen is) én het feit (de handeling) de dood van iemand tot gevolg heeft.