Artikel 548 (Verzoek onderhandse verkoop hypotheekhouder)
1. Tot één week vóór de voor de verkoop bepaalde dag kan bij de voorzieningenrechter van de rechtbank het in artikel 268, tweede lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde verzoek dat de verkoop ondershands zal geschieden, worden ingediend.
2. Dit verzoek kan uitsluitend worden gedaan, indien tevens een volledige koopakte wordt overgelegd, zij het dat, indien het verzoek niet door de executant wordt gedaan, de akte niet door of namens hem ondertekend behoeft te zijn. Tevens dienen in afschrift te worden overgelegd de biedingen die bij de notaris zijn binnengekomen dan wel een verklaring van de notaris dat hij zulke biedingen niet heeft ontvangen.
3. Bij verzoekschrift wordt voorts een lijst overgelegd van de in artikel 544 bedoelde belanghebbenden. De griffier deelt hun onverwijld mede dat het verzoek is gedaan en dat zij op hun verlangen door de voorzieningenrechter kunnen worden gehoord.
4. Door tijdige indiening van het verzoek vervalt de voor de openbare verkoop bepaalde dag. Wordt het verzoek afgewezen, dan zal de rechter tevens de dag bepalen waarop de openbare verkoop zal plaatsvinden. Deze verkoop zal tenminste veertien dagen tevoren op de in artikel 516 bedoelde wijze worden bekendgemaakt. De voorzieningenrechter kan de verzoeker in de kosten van de bekendmaking veroordelen, onverminderd diens verplichting de door het verzoek ontstane schade te vergoeden, zo daartoe gronden zijn.
Uitleg in duidelijke taal
1. Tot één week vóór de voor de verkoop bepaalde dag kan bij de voorzieningenrechter van de rechtbank het in artikel 268, tweede lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde verzoek dat de verkoop ondershands zal geschieden, worden ingediend.
Dit lid bepaalt dat het verzoek om de verkoop ondershands te laten plaatsvinden, zoals bedoeld in artikel 268, tweede lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, ingediend kan worden bij de voorzieningenrechter van de rechtbank. Dit moet gebeuren uiterlijk één week vóór de dag die oorspronkelijk voor de openbare verkoop was vastgesteld.
2. Dit verzoek kan uitsluitend worden gedaan, indien tevens een volledige koopakte wordt overgelegd, zij het dat, indien het verzoek niet door de executant wordt gedaan, de akte niet door of namens hem ondertekend behoeft te zijn. Tevens dienen in afschrift te worden overgelegd de biedingen die bij de notaris zijn binnengekomen dan wel een verklaring van de notaris dat hij zulke biedingen niet heeft ontvangen.
Dit lid stelt dat een dergelijk verzoek uitsluitend gedaan kan worden als er tegelijkertijd een volledige koopakte wordt overgelegd. Indien het verzoek niet door de executant wordt gedaan, hoeft de akte niet door of namens hem ondertekend te zijn. Daarnaast moeten ook afschriften van de biedingen die bij de notaris zijn ontvangen, of een verklaring van de notaris dat hij geen biedingen heeft ontvangen, worden overgelegd.
3. Bij verzoekschrift wordt voorts een lijst overgelegd van de in artikel 544 bedoelde belanghebbenden. De griffier deelt hun onverwijld mede dat het verzoek is gedaan en dat zij op hun verlangen door de voorzieningenrechter kunnen worden gehoord.
Dit lid schrijft voor dat bij het verzoekschrift tevens een lijst van de in artikel 544 genoemde belanghebbenden moet worden overgelegd. De griffier informeert hen onverwijld over het ingediende verzoek en over de mogelijkheid dat zij, op hun verlangen, door de voorzieningenrechter kunnen worden gehoord.
4. Door tijdige indiening van het verzoek vervalt de voor de openbare verkoop bepaalde dag. Wordt het verzoek afgewezen, dan zal de rechter tevens de dag bepalen waarop de openbare verkoop zal plaatsvinden. Deze verkoop zal tenminste veertien dagen tevoren op de in artikel 516 bedoelde wijze worden bekendgemaakt. De voorzieningenrechter kan de verzoeker in de kosten van de bekendmaking veroordelen, onverminderd diens verplichting de door het verzoek ontstane schade te vergoeden, zo daartoe gronden zijn.
Dit lid bepaalt dat door tijdige indiening van het verzoek de vastgestelde dag voor de openbare verkoop vervalt. Als het verzoek wordt afgewezen, stelt de rechter een nieuwe dag voor de openbare verkoop vast. Deze openbare verkoop moet minimaal veertien dagen van tevoren worden bekendgemaakt volgens de wijze beschreven in artikel 516. De voorzieningenrechter kan de verzoeker veroordelen in de kosten van de bekendmaking. Dit staat los van de verplichting van de verzoeker om de schade te vergoeden die door het verzoek is ontstaan, indien daarvoor gronden zijn.