Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. De wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad
Derde titel. De verzoekschriftprocedure in eerste aanleg
Eerste afdeling. Algemene bepaling
Artikel 261

Artikel 261 (Toepasselijkheid titel verzoekschriftprocedure)

Laatste versie

1. Voor zover uit de wet niet anders voortvloeit, is deze titel van toepassing op alle zaken die met een verzoekschrift moeten worden ingeleid, alsmede op zaken waarin de rechter ambtshalve een beschikking geeft.

2. Met een verzoekschrift worden ingeleid de zaken ten aanzien waarvan dit uit de wet voortvloeit.

Uitleg in duidelijke taal

1. Voor zover uit de wet niet anders voortvloeit, is deze titel van toepassing op alle zaken die met een verzoekschrift moeten worden ingeleid, alsmede op zaken waarin de rechter ambtshalve een beschikking geeft.

Dit betekent, tenzij de wet anders bepaalt, dat deze titel (die de regels voor de verzoekschriftprocedure in eerste aanleg bevat) van toepassing is op:

  • alle zaken die met een verzoekschrift moeten worden ingeleid,
  • en ook op zaken waarin de rechter ambtshalve (dat wil zeggen: uit eigen beweging) een beschikking (een rechterlijke beslissing in een verzoekschriftprocedure) geeft.

2. Met een verzoekschrift worden ingeleid de zaken ten aanzien waarvan dit uit de wet voortvloeit.

Dit lid stelt dat de zaken die met een verzoekschrift worden ingeleid, de zaken zijn waarvan de wet bepaalt dat zij via een verzoekschrift moeten starten.