Terug naar bibliotheek
Derde Boek. Van rechtspleging van onderscheiden aard
Titel 16. Van rechtspleging in pachtzaken
Artikel 1019j

Artikel 1019j (Bevoegdheid pachtkamer rechtbank pachtzaken)

Laatste versie

Door de pachtkamer van de rechtbank bedoeld in artikel 48 van de Wet op de rechterlijke organisatie, worden behandeld en beslist alle zaken betreffende a. een pachtovereenkomst als bedoeld in de vijfde titel van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek; b. een overeenkomst tot wijziging of beëindiging van een pachtovereenkomst; c. een overeenkomst tot het aangaan van een pachtovereenkomst; d. een overeenkomst waarbij persoonlijke zekerheid wordt gesteld voor de nakoming van een pachtovereenkomst; e. een overeenkomst als bedoeld in de artikelen 399c of 399e van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek; f. een overeenkomst tussen de afgaande en opkomende pachter, verband houdende met de overgang van het bedrijf; g. vorderingen tot ontruiming van het gepachte door de pachter of de gewezen pachter en tot opeising van het verpachte van de pachter of gewezen pachter; h. vorderingen tot schadevergoeding of betaling van het bedrag, bedoeld in de artikelen 373, eerste en derde lid, en 377, derde en vierde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek; i. vorderingen tot terugbetaling van te veel betaalde pacht; j. vorderingen tot vergoeding van schade wegens onrechtmatig gebruik van het gepachte, nadat de pachtovereenkomst is geëindigd.

Details

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2012. Zie het overzicht van wijzigingen]

Uitleg in duidelijke taal

Door de pachtkamer van de rechtbank bedoeld in artikel 48 van de Wet op de rechterlijke organisatie, worden behandeld en beslist alle zaken betreffende

Dit betekent dat de pachtkamer van de rechtbank, zoals omschreven in artikel 48 van de Wet op de rechterlijke organisatie, de bevoegdheid heeft om alle hierna volgende categorieën van zaken te behandelen en daarover een beslissing te nemen:

a. een pachtovereenkomst als bedoeld in de vijfde titel van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek;

Dit betreft zaken aangaande een pachtovereenkomst zoals deze is omschreven in de vijfde titel van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.

b. een overeenkomst tot wijziging of beëindiging van een pachtovereenkomst;

Dit omvat zaken betreffende een overeenkomst die strekt tot het wijzigen of beëindigen van een bestaande pachtovereenkomst.

c. een overeenkomst tot het aangaan van een pachtovereenkomst;

Dit betreft zaken aangaande een overeenkomst die gericht is op het sluiten van een nieuwe pachtovereenkomst.

d. een overeenkomst waarbij persoonlijke zekerheid wordt gesteld voor de nakoming van een pachtovereenkomst;

Dit omvat zaken betreffende een overeenkomst waarin een persoon zich garant stelt (persoonlijke zekerheid) voor de correcte uitvoering (nakoming) van de verplichtingen uit een pachtovereenkomst.

e. een overeenkomst als bedoeld in de artikelen 399c of 399e van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek;

Dit betreft zaken aangaande een overeenkomst zoals specifiek genoemd in de artikelen 399c of 399e van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.

f. een overeenkomst tussen de afgaande en opkomende pachter, verband houdende met de overgang van het bedrijf;

Dit omvat zaken betreffende een overeenkomst gesloten tussen de pachter die vertrekt (afgaande pachter) en de pachter die begint (opkomende pachter), welke overeenkomst verband houdt met de overdracht van het agrarisch bedrijf.

g. vorderingen tot ontruiming van het gepachte door de pachter of de gewezen pachter en tot opeising van het verpachte van de pachter of gewezen pachter;

Dit betreft vorderingen die gericht zijn op de uitzetting (ontruiming) van de pachter of voormalige pachter (gewezen pachter) van het gepachte land of de gepachte gebouwen, alsmede vorderingen tot het terugkrijgen (opeising) van het verpachte van de pachter of voormalige pachter.

h. vorderingen tot schadevergoeding of betaling van het bedrag, bedoeld in de artikelen 373, eerste en derde lid, en 377, derde en vierde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek;

Dit omvat vorderingen tot het verkrijgen van een schadevergoeding of de betaling van een specifiek bedrag, zoals nader omschreven in artikel 373, eerste en derde lid, en artikel 377, derde en vierde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.

i. vorderingen tot terugbetaling van te veel betaalde pacht;

Dit betreft vorderingen die gericht zijn op het terugkrijgen van pachtbedragen die meer dan verschuldigd zijn betaald.

j. vorderingen tot vergoeding van schade wegens onrechtmatig gebruik van het gepachte, nadat de pachtovereenkomst is geëindigd.

Dit omvat vorderingen tot het verkrijgen van een schadevergoeding als gevolg van onrechtmatig gebruik van het gepachte land of de gepachte gebouwen, nadat de pachtovereenkomst reeds is beëindigd.

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

1 uitspraak gevonden