Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk IV. De waardevaststelling
Artikel 28

Artikel 28

Laatste versie

1 Ten aanzien van degene die aannemelijk maakt belang te hebben bij de vastgestelde waarde van een onroerende zaak ingevolge de artikelen 22, eerste lid, 26, eerste lid, dan wel artikel 27, eerste lid, en aan wie niet op de voet van de artikelen 24, derde tot en met zesde en achtste lid, 26, vierde lid, dan wel 27, derde lid, de beschikking ter zake is toegezonden, neemt de in artikel 1, tweede lid, bedoelde gemeenteambtenaar binnen acht weken na een daartoe gedaan verzoek een voor bezwaar vatbare beschikking als bedoeld in artikel 22, eerste lid, artikel 26, eerste lid, dan wel artikel 27, eerste lid. Van een belang is sprake als het waardegegeven op grond van een wettelijk voorschrift wordt gebruikt, en de belanghebbende door dit gebruik in zijn individuele belang kan worden geraakt.

2 De ingevolge het eerste lid genomen beschikking treedt in de plaats van de in de artikelen 22, eerste lid, 26, eerste lid, dan wel artikel 27, eerste lid, bedoelde beschikking met ingang van het in het eerste lid bedoelde verzoek aan te geven tijdstip, met dien verstande dat dit tijdstip niet eerder kan zijn gelegen dan bij het begin van het kalenderjaar voorafgaande aan het jaar waarin dat verzoek is gedaan.

3 De beschikking bevat de in artikel 23 bedoelde gegevens, alsmede een vermelding van het in het tweede lid bedoelde tijdstip.

4 De bekendmaking van de beschikking geschiedt door toezending aan degene te wiens aanzien zij is genomen.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad35x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:596

ECLI:NL:HR:2020:59617 april 2020Dit wetsartikel wordt 19 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad46x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:2656

ECLI:NL:HR:2017:265620 oktober 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad14x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:597

ECLI:NL:HR:2020:59717 april 2020Dit wetsartikel wordt 18 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad28x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:2306

ECLI:NL:HR:2018:230614 december 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad25x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:633 - Huurprijstoetsing: wat te doen als de WOZ-waarde van een woning ontbreekt?

ECLI:NL:HR:2022:63322 april 2022Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Indien bij aanvang van de huur geen WOZ-waarde bekend is, is de minimum-WOZ-waarde uit het waarderingsstelsel ongeschikt. Een redelijke wetstoepassing vereist dat de relevante waarde op een andere objectieve en transparante wijze wordt bepaald, om recht te doen aan de wetsdoelen.

Civiel RechtHuurrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad17x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:835

ECLI:NL:HR:2014:83511 april 2014Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad15x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:1668

ECLI:NL:HR:2015:166819 juni 2015Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:1449

ECLI:NL:HR:2020:144918 september 2020Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2020:722

ECLI:NL:HR:2020:72217 april 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2020:724

ECLI:NL:HR:2020:72417 april 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak