Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk III. De waardebepaling
Artikel 18

Artikel 18

Laatste versie

1 De waarde van een onroerende zaak wordt bepaald naar de waarde die de zaak op de waardepeildatum heeft naar de staat waarin de zaak op die datum verkeert.

2 De waardepeildatum ligt één jaar voor het begin van het kalenderjaar waarvoor de waarde wordt vastgesteld.

3 Indien een onroerende zaak in het kalenderjaar voorafgaande aan het begin van het kalenderjaar waarvoor de waarde wordt vastgesteld:

a. opgaat in een of meer andere onroerende zaken,

b. wijzigt als gevolg van bouw, verbouwing, verbetering, afbraak of vernietiging, dan wel van bestemming verandert, of

c. een verandering in waarde ondergaat als gevolg van een andere, specifiek voor de onroerende zaak geldende, bijzondere omstandigheid,

wordt, in afwijking in zoverre van het eerste lid, de waarde bepaald naar de staat van die zaak bij het begin van het kalenderjaar waarvoor de waarde wordt vastgesteld.

4 Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld ingevolge welke bij de waardebepaling buiten aanmerking wordt gelaten de waarde van onroerende zaken of onderdelen daarvan, indien die waarde geen onderdeel uitmaakt van de grondslag van de belastingen.

Details

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2005. Zie het overzicht van wijzigingen]

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad116x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:812

ECLI:NL:HR:2015:8123 april 2015Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtInkomstenbelasting, Vermogensbelasting, Procesrecht Belastingen
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad40x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:364

ECLI:NL:HR:2016:3644 maart 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad25x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:633 - Huurprijstoetsing: wat te doen als de WOZ-waarde van een woning ontbreekt?

ECLI:NL:HR:2022:63322 april 2022Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Indien bij aanvang van de huur geen WOZ-waarde bekend is, is de minimum-WOZ-waarde uit het waarderingsstelsel ongeschikt. Een redelijke wetstoepassing vereist dat de relevante waarde op een andere objectieve en transparante wijze wordt bepaald, om recht te doen aan de wetsdoelen.

Civiel RechtHuurrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad9x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:457

ECLI:NL:HR:2018:45730 maart 2018Dit wetsartikel wordt 8 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad16x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:3197

ECLI:NL:HR:2014:319714 november 2014Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad7x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:1235

ECLI:NL:HR:2017:12357 juli 2017Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad7x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:477

ECLI:NL:HR:2013:4779 augustus 2013Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2024:812 - WOZ-waarde in aanbouw: vervangingswaarde is exclusief aftrekbare omzetbelasting

ECLI:NL:HR:2024:81228 juni 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat de vervangingswaarde van een onroerende zaak in aanbouw (art. 17, lid 4 Wet WOZ) moet worden bepaald exclusief omzetbelasting, indien de eigenaar deze btw kan aftrekken. De duidelijke wettekst en bestaande rechtspraak prevaleren boven andersluidende parlementaire geschiedenis.

BelastingrechtLokale Belastingen, Btw, Procesrecht Belastingen
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:66

ECLI:NL:HR:2013:6628 juni 2013Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2003:AF3281

ECLI:NL:HR:2003:AF328124 januari 2003Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak