Artikel 2
1. Deze wet is van toepassing op:
a. het vervoeren van gevaarlijke stoffen met een vervoermiddel over land, per spoor en over de binnenwateren; b. het ten behoeve van vervoer met een vervoermiddel over land, per spoor en over de binnenwateren aanbieden en aannemen van gevaarlijke stoffen; c. het laten staan en het laten liggen van een vervoermiddel, waarin of waarop zich gevaarlijke stoffen of resten daarvan bevinden; d. het ten behoeve van het vervoer beladen van een container of vervoermiddel met gevaarlijke stoffen en het lossen van die stoffen daaruit; e. het nederleggen van gevaarlijke stoffen tijdens het vervoer; f. het verpakken van gevaarlijke stoffen ten behoeve van het vervoer daarvan; g. het ten behoeve van het vervoer vullen van een daarvoor bestemde container, tank, verpakking of vervoermiddel met gevaarlijke stoffen en het lossen van die stoffen daaruit; h. het exploiteren van een container, tank, verpakking of vervoermiddel ten behoeve van het vervoer van gevaarlijke stoffen; i. het ontvangen van gevaarlijke stoffen tijdens of aansluitend op het vervoer; j. de overige met het vervoer van gevaarlijke stoffen rechtstreeks samenhangende handelingen, waaronder de beveiliging van de vervoersketen, voor zover daaromtrent bij of krachtens algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 3, regels zijn gesteld.
2. Deze wet is niet van toepassing op handelingen als bedoeld in het eerste lid voor zover deze betrekking hebben op het internationale vervoer van gevaarlijke stoffen met vervoermiddelen die in eigendom toebehoren aan of zich bevinden onder de verantwoordelijkheid van de krijgsmacht of van de krijgsmacht van een bondgenootschappelijke mogendheid.
3. Deze wet is niet van toepassing op handelingen als bedoeld in het eerste lid voor zover deze worden verricht met splijtstoffen, ertsen of radioactieve stoffen als bedoeld in artikel 1 van de Kernenergiewet.
4. Deze wet is niet van toepassing op handelingen als bedoeld in het eerste lid voor zover deze betrekking hebben op het vervoer dat volledig binnen de begrenzing van een afgesloten gebied plaatsvindt, tenzij dit vervoer plaatsvindt over de openbare weg.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:GHAMS:2024:244 - Gerechtshof Amsterdam - 25 januari 2024
ECLI:NL:RBROT:2023:12436 - Rechtbank Rotterdam - 19 december 2023
ECLI:NL:HR:2001:AD4412 - Hoge Raad - 26 november 2001
ECLI:NL:HR:2009:BG5975 - Hoge Raad - 25 mei 2009
ECLI:NL:HR:2010:BO8203 - Verbod Wet vervoer gevaarlijke stoffen geldt voor iedereen, niet alleen vervoerder - 20 december 2010
Het verbod uit de Wet vervoer gevaarlijke stoffen (art. 5 Wvgs) richt zich tot eenieder die feitelijk bij het vervoer betrokken is, niet uitsluitend tot de 'vervoerder' (de onderneming). De definities en plichten uit het ADNR doen niet af aan nationale strafbaarstellingen.
ECLI:NL:RBOVE:2024:5268 - Rechtbank Overijssel - 13 oktober 2024
ECLI:NL:GHARL:2024:5127 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 12 augustus 2024
ECLI:NL:HR:2011:BO0080 - Opzet rechtspersoon bij medeplegen vereist nadere motivering van toerekening - 21 februari 2011
Voor het bewijzen van medeplegen door een rechtspersoon moet de rechter motiveren op grond waarvan de wetenschap en het handelen van natuurlijke personen aan de rechtspersoon kunnen worden toegerekend. Zonder deze toerekening kan het opzet van de rechtspersoon op het medeplegen niet zonder meer worden vastgesteld.
ECLI:NL:HR:2011:BO0079 - Opzet bij rechtspersoon: motiveringseisen voor toerekening van wetenschap - 21 februari 2011
Voor het bewijzen van opzet bij een rechtspersoon die medepleger is, moet de rechter specifiek motiveren hoe de wetenschap van een strafbaar feit aan die rechtspersoon kan worden toegerekend. Een enkele verwijzing naar de wetenschap bij betrokkenen is onvoldoende zonder nadere aanduiding van hun verantwoordelijkheid binnen de rechtspersoon.