Artikel 1
1. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
binnenwateren: de wateren die in Nederland zijn gelegen binnen een langs de Nederlandse kust gaande, krachtens artikel 1, eerste lid, onderdeel a van de Schepenwet aangewezen lijn;
Richtlijn (EU) nr. 2010/35 (richtlijn) van het Europees Parlement en de Raad van 16 juni 2010 betreffende vervoerbare drukapparatuur en houdende intrekking van Richtlijnen 76/767/EEG (richtlijn), 84/525/EEG (richtlijn), 85/526/EEG (richtlijn), 84/527/EEG (richtlijn), en 1999/36/EG (richtlijn) van de Raad (PbEU 2010, L 165);
Verordening (EU) nr. 2019/1020 (verordening) van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende markttoezicht en conformiteit van producten en tot wijziging van Richtlijn 2004/42/EG (richtlijn) en Verordeningen (EG) nr. 765/2008 (verordening) en (EU) nr. 305/2011 (verordening) (PbEU 2019 L169);
gevaarlijke stoffen:
a. ontplofbare stoffen en voorwerpen, b. samengeperste, vloeibaar gemaakte of onder druk opgeloste gassen, c. brandbare vloeistoffen, d. brandbare vaste stoffen, e. voor zelfontbranding vatbare stoffen, f. stoffen die bij aanraking met water brandbare gassen ontwikkelen, g. stoffen die de verbranding bevorderen, h. organische peroxiden, i. giftige stoffen, j. infectieuze stoffen, k. bijtende stoffen, of l. andere stoffen die voor de mens of het milieu gevaarlijk kunnen zijn, indien de stof krachtens artikel 3 is aangewezen;
hoofdspoorweg: een krachtens artikel 2 van de Spoorwegwet aangewezen hoofdspoorweg; internationaal vervoer: vervoer waarbij de Nederlandse grens wordt gepasseerd; Onze Minister: Onze Minister van Infrastructuur en Milieu; vervoermiddel: voertuig, vaartuig of wagen als bedoeld in richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land.
2. In deze wet en de daarop berustende bepalingen worden onder gevaarlijke stoffen mede verstaan: voorwerpen die zodanige stoffen met behoud van de gevaarlijke eigenschappen bevatten.
3. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt onder weg, binnenwater en hoofdspoorweg mede verstaan: een deel van die weg, dat binnenwater of die hoofdspoorweg.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:RBAMS:2024:231 - Rechtbank Amsterdam - 17 januari 2024
ECLI:NL:RBAMS:2024:230 - Rechtbank Amsterdam - 17 januari 2024
ECLI:NL:HR:2013:878 - Etiketteringsplicht ADR: elke deels gevulde drukhouder telt - 7 oktober 2013
De etiketteringsplicht uit het ADR geldt voor elke afzonderlijke drukhouder die gevaarlijke stoffen bevat. Ook gedeeltelijk gevulde houders zijn niet 'leeg' en moeten van een etiket worden voorzien, zelfs als zij gezamenlijk in een kooi worden vervoerd en de restanten zichtbaar zijn.