Artikel 28
1 Verzekeraars met zetel in Nederland dienen de rechtsvorm van naamloze vennootschap of onderlinge waarborgmaatschappij te bezitten. Zij kunnen eveneens de rechtsvorm aannemen van een Europese vennootschap zodra deze bestaat.
2 Het dagelijks beleid van een verzekeraar wordt bepaald door ten minste twee personen.
3 Een verzekeraar die de rechtsvorm van naamloze vennootschap of Europese vennootschap bezit, heeft ten minste drie commissarissen als bedoeld in artikel 140 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
4 De Pensioen- & Verzekeringskamer kan aan een verzekeraar van het bepaalde in het tweede of derde lid ontheffing verlenen en aan deze ontheffing beperkingen stellen of voorschriften verbinden, onverminderd het bepaalde in artikel 158 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Een ontheffing kan worden ingetrokken.
5 Een verzekeraar behoort niet tot een groep waarbinnen de formele of feitelijke zeggenschapsstructuur in zodanige mate ondoorzichtig is dat deze, naar het oordeel van de Pensioen- & Verzekeringskamer, een belemmering vormt voor het adequaat uitoefenen van toezicht op de verzekeraar.
6 Indien een verzekeraar in een groep is verbonden met een natuurlijke of rechtspersoon op wie, onderscheidenlijk waarop, het recht van een staat die geen lid is van de Unie van toepassing is, mag het recht van die staat, naar het oordeel van de Pensioen- & Verzekeringskamer, niet een belemmering vormen voor het adequaat uitoefenen van toezicht op de verzekeraar.
Details
[Regeling vervallen per 01-01-2007]