Terug naar bibliotheek
Paragraaf 5. Vervallen van de subsidie bij discriminatie
Artikel 16

Artikel 16

Laatste versie

1 Indien een politieke partij op grond van de artikelen 137c, d, e, f, of g, of artikel 429 quater van het Wetboek van Strafrecht, is veroordeeld tot een onvoorwaardelijke geldboete, vervalt van rechtswege de aanspraak op subsidie gedurende een periode die ingaat op de dag waarop de veroordeling onherroepelijk is geworden. Deze periode is:

a. één jaar, bij een geldboete van minder dan € 1 125;

b. twee jaar, bij een geldboete van € 1 125 of meer, maar minder dan € 2 250;

c. drie jaar, bij een geldboete van € 2 250 of meer, maar minder dan € 3 375; en

d. vier jaar, bij een geldboete van € 3 375 of meer.

2 Indien aan de lijst van een politieke partij aan de lijst waarvan op de dag waarop de veroordeling onherroepelijk wordt, op grond van de Kieswet geen zetels zijn toegewezen, op grond van een verkiezing die plaatsvindt binnen een periode van twee jaar na die dag één of meer zetels worden toegewezen, gaat de periode gedurende welke geen aanspraak op subsidie bestaat, in op de dag waarop de verkiezing heeft plaatsgevonden.

Details

[Regeling vervallen per 01-05-2013]