Artikel 3.2. Samenstelling maandbudget mbo-student
1. Het budget voor een mbo-student voor een kalendermaand is het totaal van:
a. een normbedrag voor de kosten van levensonderhoud, b. een tegemoetkoming in de kosten van het lesgeld, en c. een reisvoorziening.
2. Dit budget kan worden verhoogd met een toeslag voor een eenoudergezin ingevolge artikel 3.5.
3. De tegemoetkoming in de kosten van het lesgeld wordt voor een mbo-student vastgesteld op een twaalfde deel van het op grond van artikel 5, tweede lid, van de Les- en cursusgeldwet geldende bedrag van het lesgeld. Het bedrag van de maximale aanvullende beurs, bedoeld in de artikelen 3.13, eerste lid, 3.16 en 3.18, wordt voor een mbo-student verhoogd met het bedrag van de tegemoetkoming.
4. De tegemoetkoming, bedoeld in het derde lid, wordt niet toegekend voor het studiejaar waarin de mbo-student de leeftijd van 18 jaren bereikt.
5. In afwijking van het eerste lid bestaat het budget voor een mbo-student die in aanmerking komt voor levenlanglerenkrediet alleen uit dat krediet.
6. De bedragen zijn opgenomen in artikel 3.18.