Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk V. Taxivervoer
§ 1. Vergunning
Artikel 76

Artikel 76

Laatste versie

1. Het is verboden taxivervoer te verrichten zonder een daartoe door Onze Minister verleende vergunning.

2. Een vergunning als bedoeld in het eerste lid wordt verleend voor onbepaalde tijd.

3. De vervoerder die taxivervoer verricht, alsmede de bestuurder van een auto waarmee taxivervoer wordt verricht, draagt er zorg voor dat in de auto waarmee dat vervoer wordt verricht het vergunningbewijs zichtbaar voor de reiziger aanwezig is.

4. Een in het eerste lid bedoelde vergunning wordt, behoudens in bij algemene maatregel van bestuur bepaalde gevallen, slechts verleend aan een vervoerder die voldoet aan eisen van betrouwbaarheid en vakbekwaamheid.

5. Onze Minister kan vrijstelling of ontheffing verlenen van het derde lid en van de in het vierde lid bedoelde eis van vakbekwaamheid.

6. Een vrijstelling of ontheffing als bedoeld in het vijfde lid kan onder beperkingen worden verleend en er kunnen voorschriften aan worden verbonden.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad17x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:3122 - Strafvervolging na verbeurde dwangsom is geen schending ne bis in idem - 11 december 2017

ECLI:NL:HR:2017:312211 december 2017Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat strafvervolging na het verbeuren van een last onder dwangsom voor dezelfde gedraging (taxivervoer zonder vergunning) geen schending van het ne bis in idem-beginsel oplevert. Dit is geen uitzonderlijke situatie zoals in het Alcoholslot-arrest. De rechter kan de dwangsom wel meewegen bij de strafoplegging.

Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:782 - Taxivervoer: geen daadwerkelijke betaling vereist voor overtreding Wp 2000 - 3 juni 2019

ECLI:NL:HR:2019:7823 juni 2019Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak

Voor het verrichten van taxivervoer in de zin van de Wet personenvervoer 2000 is geen daadwerkelijke betaling vereist. Het oogmerk om tegen betaling vervoer te verrichten, blijkend uit het initiatief nemen en na de rit om geld vragen, is voldoende voor een bewezenverklaring.

College van Beroep voor het bedrijfsleven

ECLI:NL:CBB:2023:731 - College van Beroep voor het bedrijfsleven - 18 december 2023

ECLI:NL:CBB:2023:73118 december 2023Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
College van Beroep voor het bedrijfsleven

ECLI:NL:CBB:2023:733 - College van Beroep voor het bedrijfsleven - 18 december 2023

ECLI:NL:CBB:2023:73318 december 2023Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad7x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2025:319 - Hoge Raad: Ondernemerschap en collectieve kwalificatie arbeidsovereenkomst (Uber/FNV II) - 20 februari 2025

ECLI:NL:HR:2025:31920 februari 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Het gedrag als ondernemer, ook buiten de specifieke werkopdracht, is een relevante omstandigheid bij de kwalificatievraag. Hierdoor kunnen identieke werkzaamheden verschillend kwalificeren. Een vakbond kan via de Wet AVV een algemeen oordeel over de kwalificatie van de arbeidsrelaties vorderen, zonder collectieve actieprocedure.

Civiel RechtArbeidsrecht, Burgerlijk Procesrecht
Gerechtshof 's-Hertogenbosch

ECLI:NL:GHSHE:2023:4212 - Gerechtshof 's-Hertogenbosch - 14 december 2023

ECLI:NL:GHSHE:2023:421214 december 2023Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2024:996 - Parket bij de Hoge Raad - 29 september 2024

ECLI:NL:PHR:2024:99629 september 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak