Artikel 101
1. Niet naleving van de artikelen 70 tot en met 73 en artikel 98, vierde lid, alsmede – voor zover aangeduid als strafbare feiten – het bepaalde krachtens artikel 74, tweede lid, is een overtreding en wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie.
2. Indien de reiziger ten aanzien van wie door een ambtenaar of persoon, bedoeld in de artikelen 87 en 89, is vastgesteld dat hij in strijd handelt met de artikelen 70 of 71, niet voldoet aan de verplichting, bedoeld in artikel 92, worden de in het eerste lid bedoelde straffen verhoogd tot een hechtenis van ten hoogste vier maanden, onderscheidenlijk een geldboete van de derde categorie.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2019:1480 - Hoge Raad - 30 september 2019
ECLI:NL:HR:2017:828 - Wederspannigheid: bewijs voor rechtmatige uitoefening bediening bij aanhouding ontbreekt - 8 mei 2017
Voor een veroordeling wegens wederspannigheid (art. 180 Sr) moet de rechtmatigheid van de ambtshandeling bewezen zijn. Als die handeling een aanhouding is voor een specifieke overtreding, moet uit het bewijs blijken dat de voorwaarden voor die overtreding waren vervuld.
ECLI:NL:HR:2011:BQ9057 - Onjuiste wettelijke grondslag taxameterplicht leidt tot cassatie - 19 september 2011
De plicht tot het gebruiken van een taxameter is geen eis aan de bestuurder (art. 104 lid 1 sub c WPV 2000), maar een eis aan de uitrusting van het voertuig (sub a). Hierdoor is overtreding geen economisch delict en was het hof ten onrechte onbevoegd.