Artikel 7
1 Ten aanzien van binnenlandse belastingplichtigen wordt de belasting geheven naar het belastbare bedrag.
2 Het belastbare bedrag is de in een jaar genoten belastbare winst verminderd met de op de voet van Hoofdstuk IV te verrekenen verliezen.
3 Belastbare winst is de winst verminderd met de aftrekbare giften.
4 Onder jaar wordt verstaan boekjaar, dan wel, zo de belastingplichtige niet regelmatig boekhoudt met geregelde jaarlijkse afsluitingen, kalenderjaar. Indien de belastingplichtige in de loop van het boekjaar als moedermaatschappij als bedoeld in artikel 15, tweede lid, of als dochtermaatschappij deel gaat uitmaken of ophoudt deel uit te maken van een fiscale eenheid als bedoeld in artikel 15, eerste of tweede lid, wordt het gedeelte van dat boekjaar waarin de belastingplichtige geen deel uitmaakt van die fiscale eenheid als afzonderlijk jaar aangemerkt.
5 Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld in welke gevallen de inspecteur onder door hem te stellen voorwaarden de belastingplichtige op zijn verzoek kan toestaan het belastbare bedrag te berekenen in een andere geldeenheid dan de euro. Daarbij wordt onder meer aangegeven tegen welke koers de in de wetgeving opgenomen bedragen in euro’s worden omgerekend in de andere geldeenheid en tegen welke koers het in de andere geldeenheid berekende belastbare bedrag wordt omgerekend in euro’s. De inspecteur beslist op het verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2021:1152 - Fraus Legis bij Private Equity: Renteaftrek op Convertible Instruments Geweigerd
De Hoge Raad oordeelt dat renteaftrek op leningen die een private-equityfonds verstrekt voor een externe overname, geweigerd kan worden op grond van fraus legis. Dit geldt als de financieringsstructuur kunstmatig is en fiscaal gedreven (winstdrainage), zelfs als de overname zelf zakelijk is.
ECLI:NL:HR:2012:BX6705
ECLI:NL:HR:2015:1779
ECLI:NL:HR:2006:AU2297
ECLI:NL:HR:2023:922
ECLI:NL:HR:2016:1351 - Valutaverlies, fiscale eenheid en de vrijheid van vestiging
De Hoge Raad is onzeker of de Nederlandse fiscale eenheidsregeling, die aftrek van een valutaverlies op een Britse dochtervennootschap verhindert, in strijd is met de EU-vrijheid van vestiging. Daarom worden hierover prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie.