Artikel 21
1 De verrekening van een verlies met de belastbare winst, onderscheidenlijk het Nederlandse inkomen, van een voorafgaand jaar geschiedt door vermindering van de aanslag bij voor bezwaar vatbare beschikking van de inspecteur. De beschikking wordt gegeven gelijktijdig met het vaststellen van de aanslag over het jaar waarin het verlies is ontstaan.
2 Rechtsmiddelen tegen de beschikking bedoeld in het eerste lid kunnen uitsluitend betrekking hebben op de toepassing van de artikelen 20 en 20a.
3 Voorafgaand aan de vermoedelijke vaststelling van de in het eerste lid bedoelde beschikking kan de inspecteur bij voor bezwaar vatbare beschikking volgens door Onze Minister te stellen regelen een voorlopige verliesverrekening verlenen tot ten hoogste het bedrag waarop de vermindering vermoedelijk zal worden vastgesteld. Een voorlopige verliesverrekening kan door één of meer voorlopige verliesverrekeningen worden aangevuld. Voorlopige verliesverrekeningen worden verrekend bij de in het eerste lid bedoelde beschikking dan wel, indien een dergelijke beschikking niet wordt vastgesteld, met de aanslag over het jaar waarover het verlies dat tot een voorlopige verliesverrekening heeft geleid, is aangegeven.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2014:878
ECLI:NL:HR:1993:ZC5259
ECLI:NL:HR:2006:AU2297
ECLI:NL:HR:2015:962
ECLI:NL:HR:2012:BW5401
ECLI:NL:HR:2018:264
ECLI:NL:HR:1998:AA2281
ECLI:NL:HR:2024:751 - Geen schadevergoeding voor rentenadeel bij late achterwaartse verliesverrekening
De Hoge Raad oordeelt dat artikel 30g, lid 4, AWR (oud) een uitputtende regeling is. Dit sluit een afzonderlijke schadevergoeding op grond van artikel 8:73 Awb voor rentenadeel door een te laat uitgevoerde achterwaartse verliesverrekening uit, ook als dit het gevolg is van een onrechtmatige verliesvaststellingsbeschikking.