Artikel 15
1 Bij een bestemmingsplan kan worden bepaald, dat burgemeester en wethouders met inachtneming van de in het plan vervatte regelen bevoegd zijn:
a. van bij het plan aan te geven voorschriften vrijstelling te verlenen;
b. ten opzichte van in het plan omschreven punten nadere eisen te stellen.
2 Bij het plan kan worden bepaald, dat vrijstelling van bepaalde voorschriften slechts kan worden verleend mits vooraf van gedeputeerde staten de verklaring is ontvangen, dat zij tegen het verlenen van de vrijstelling geen bezwaar hebben. Gedeputeerde staten kunnen de verklaring weigeren wegens strijd met een goede ruimtelijke ordening.
3 Aan een vrijstelling als bedoeld onder a van het eerste lid mogen slechts voorwaarden worden verbonden ter bescherming van de belangen, ten behoeve waarvan de bepalingen, waarvan vrijstelling wordt verleend, in het plan zijn opgenomen. Aan de vrijstelling kan een termijn worden verbonden, waarbinnen van de vrijstelling gebruik moet zijn gemaakt.
Details
[Regeling vervallen per 01-07-2008]