Artikel 13f (Klachtbeoordeling gedragingen Hoge Raad)
1. De Hoge Raad beoordeelt of degene op wiens gedraging het onderzoek betrekking heeft, zich in de onderzochte aangelegenheid al dan niet behoorlijk heeft gedragen. De Hoge Raad kan tevens beoordelen of het betrokken gerechtsbestuur zich al dan niet behoorlijk heeft gedragen.
2. De Hoge Raad neemt een schriftelijke en met redenen omklede beslissing.
3. Een afschrift van de beslissing wordt gezonden aan de verzoeker, aan de rechterlijk ambtenaar op wiens gedraging het onderzoek betrekking had, en aan het betrokken gerechtsbestuur dan wel, indien het onderzoek betrekking had op een gedraging van een bij de Hoge Raad werkzame rechterlijk ambtenaar met rechtspraak belast, de president van de Hoge Raad.
Uitleg in duidelijke taal
1. De Hoge Raad beoordeelt of degene op wiens gedraging het onderzoek betrekking heeft, zich in de onderzochte aangelegenheid al dan niet behoorlijk heeft gedragen. De Hoge Raad kan tevens beoordelen of het betrokken gerechtsbestuur zich al dan niet behoorlijk heeft gedragen.
Dit lid stelt dat de Hoge Raad een oordeel velt over de vraag of de persoon, wiens gedraging het onderwerp van het onderzoek vormt, zich in de betreffende (onderzochte) aangelegenheid naar behoren heeft gedragen of niet. De Hoge Raad heeft eveneens de bevoegdheid te beoordelen of het bestuur van het betrokken gerecht zich naar behoren heeft gedragen of niet.
2. De Hoge Raad neemt een schriftelijke en met redenen omklede beslissing.
Dit lid bepaalt dat de Hoge Raad zijn besluit schriftelijk vastlegt en dit besluit voorziet van een onderbouwing (met redenen omkleed).
3. Een afschrift van de beslissing wordt gezonden aan de verzoeker, aan de rechterlijk ambtenaar op wiens gedraging het onderzoek betrekking had, en aan het betrokken gerechtsbestuur dan wel, indien het onderzoek betrekking had op een gedraging van een bij de Hoge Raad werkzame rechterlijk ambtenaar met rechtspraak belast, de president van de Hoge Raad.
- de persoon die het verzoek heeft ingediend (de verzoeker),
- de rechterlijk ambtenaar wiens gedraging het onderwerp van het onderzoek was,
- en het bestuur van het betrokken gerecht. Indien het onderzoek echter betrekking had op een gedraging van een rechterlijk ambtenaar die werkzaam is bij de Hoge Raad en belast is met rechtspraak, dan wordt het afschrift gezonden aan de president van de Hoge Raad.