Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk II. Belastingplichtige
Artikel 7

Artikel 7

Laatste versie

1 Een motorrijtuig wordt gehouden door degene:

a. op wiens naam het motorrijtuig is gesteld in het kentekenregister;

b. die het motorrijtuig waarvoor geen kenteken is opgegeven, feitelijk ter beschikking heeft;

c. die een in het buitenland geregistreerd motorrijtuig in Nederland feitelijk ter beschikking heeft.

2 Als motorrijtuig waarvoor geen kenteken is opgegeven wordt niet aangemerkt een motorrijtuig waarvoor ingevolge artikel 37 van de Wegenverkeerswet 1994 het voorzien zijn van een kenteken ter zake van het gebruik van de weg niet is voorgeschreven. De eerste volzin is niet van toepassing met betrekking tot artikel 37, eerste lid, onderdeel c, van de Wegenverkeerswet 1994, behoudens voorzover bij ministeriële regeling anders wordt bepaald.

3 Een houder als bedoeld in het eerste lid, aanhef en onderdeel c, niet zijnde een lichaam, wordt, behoudens tegenbewijs, geacht in Nederland zijn hoofdverblijf te hebben indien hij in Nederland:

a. als ingezetene is ingeschreven in de basisregistratie personen, genoemd in artikel 1.2 van de Wet basisregistratie personen; of

b. niet als ingezetene is ingeschreven in de basisregistratie personen, genoemd in artikel 1.2 van de Wet basisregistratie personen, maar verplicht is tot het doen van aangifte van verblijf en adres ingevolge artikel 2.38 van die wet.

4 Een houder als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, zijnde een onderneming of rechtspersoon, wordt, behoudens tegenbewijs, geacht in Nederland te zijn gevestigd indien hij in Nederland is ingeschreven in het handelsregister, genoemd in artikel 1, eerste lid, onderdeel h, van de Handelsregisterwet 2007.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad84x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:483 - Naheffing motorrijtuigenbelasting buitenlands kenteken: bewijsvermoedens, tegenbewijs en Unierecht

ECLI:NL:HR:2019:4835 april 2019Dit wetsartikel wordt 12 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat de naheffingsregels voor motorrijtuigenbelasting bij buitenlandse kentekens, inclusief bewijsvermoedens, niet in strijd zijn met het Unierecht, mits de naheffingstermijn beperkt blijft. De belastingplichtige mag tegenbewijs leveren voor de aanvang en voor tussenliggende perioden van het houderschap.

BelastingrechtMotorrijtuigenbelasting, Procesrecht Belastingen
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad40x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:2829 - Afschaffing oldtimervrijstelling: ruime beoordelingsmarge voor de wetgever

ECLI:NL:HR:2016:282923 december 2016Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak

De wetswijziging die de oldtimervrijstelling voor motorrijtuigen van 25 tot 40 jaar afschafte, schendt artikel 1 EP niet. De wetgever heeft een zeer ruime beoordelingsmarge in belastingzaken en de maatregel was niet onvoorzienbaar of een buitensporige last voor de eigenaar.

BelastingrechtMotorrijtuigenbelasting, Procesrecht Belastingen
Internationaal PubliekrechtMensenrechten, Europees Recht
Hoge Raad26x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BP3858

ECLI:NL:HR:2012:BP38582 maart 2012Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad21x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:482

ECLI:NL:HR:2019:4825 april 2019Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:991

ECLI:NL:HR:2020:99129 mei 2020Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:691

ECLI:NL:HR:2014:69128 maart 2014Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:2148

ECLI:NL:HR:2014:21488 augustus 2014Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2002:AD9096

ECLI:NL:HR:2002:AD90968 februari 2002Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2023:1533

ECLI:NL:HR:2023:153310 november 2023Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2012:BX9938

ECLI:NL:HR:2012:BX993812 oktober 2012Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak