Artikel 48
1. De stichtingen en de zorgaanbieders verstrekken desgevraagd alle inlichtingen en leggen desgevraagd alle bescheiden die voor een juiste taakuitoefening noodzakelijk zijn te achten over aan de door gedeputeerde staten aangewezen ambtenaren die belast zijn met de controle op de rechtmatige en doelmatige besteding van de door gedeputeerde staten verleende subsidies.
2. De stichtingen en de zorgaanbieders verlenen de in het eerste lid bedoelde ambtenaren desgevraagd toegang tot de gebouwen waarin zij hun werkzaamheden verrichten.
3. Zij die uit hoofde van hun stand, beroep of ambt tot geheimhouding verplicht zijn, kunnen zich van het geven van inlichtingen of het overleggen van inzage verschonen, voor zover hun geheimhoudingsplicht zich daartoe uitstrekt.
4. In afwijking van het derde lid en van artikel 5:20, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, zijn de door Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aangewezen ambtenaren die belast zijn met de controle op de rechtmatige en doelmatige besteding van de door Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport verleende subsidies bevoegd tot inzage van cliëntdossiers, waaronder gegevens als bedoeld in artikel 45, tweede lid, voor zover dat noodzakelijk is voor de controle op de rechtmatige en doelmatige besteding van subsidies die zijn verleend aan zorgaanbieders bij wie een machtiging ten uitvoer kan worden gelegd. Voor zover de betrokken beroepsbeoefenaar uit hoofde van zijn beroep tot geheimhouding van het dossier verplicht is, geldt gelijke verplichting voor de betrokken ambtenaar.
5. Op de verwerking van de gegevens, bedoeld in het vierde lid, is artikel 45, derde lid, van overeenkomstige toepassing.
6. Het eerste tot en met derde lid zijn van overeenkomstige toepassing op de subsidies, bedoeld in artikel 38.
Details
[Regeling vervallen per 01-01-2015]