Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk IVA. Advies- en meldpunten kindermishandeling
Artikel 34a

Artikel 34a

Laatste versie

1. Een advies- en meldpunt kindermishandeling heeft, onverminderd de taken van de raad voor de kinderbescherming, tot taak:

  1. het naar aanleiding van een melding van kindermishandeling of een vermoeden daarvan onderzoeken of sprake is van kindermishandeling;
  2. het beoordelen van de vraag of en zo ja tot welke stappen de melding van kindermishandeling of een vermoeden daarvan aanleiding geeft;
  3. het initiatief nemen tot de voor de minderjarige meest aangewezen hulpverlening;
  4. het, na overleg met de raad voor de kinderbescherming, aan deze overdragen van een geval van kindermishandeling of een ernstig vermoeden daarvan, indien een maatregel met betrekking tot het gezag over de minderjarige overwogen dient te worden;
  5. het in kennis stellen van andere justitiële autoriteiten van kindermishandeling of een vermoeden daarvan, indien het belang van de minderjarige dan wel de ernst van de situatie waarop de melding betrekking heeft, daartoe aanleiding geeft;
  6. het op de hoogte stellen van degene die een melding heeft gedaan, van de stappen die door het advies- en meldpunt kindermishandeling zijn ondernomen.

2. Een advies- en meldpunt kindermishandeling heeft bovendien tot taak het verstrekken van advies aan een persoon die een vermoeden van kindermishandeling heeft over de stappen die door hem in verband hiermee kunnen worden ondernomen en het zonodig ondersteunen daarbij.

3. Onder kindermishandeling wordt in dit hoofdstuk verstaan: elke vorm van voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of van onvrijheid staat, actief of passief opdringen, waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel.

4. Een advies- en meldpunt kindermishandeling wordt in stand gehouden door een rechtspersoon die, indien hij ook andere taken heeft, voor de uitoefening van de taken, genoemd in het eerste en tweede lid, een afzonderlijke organisatorische eenheid inricht.

Details

[Regeling vervallen per 01-01-2005]