Artikel 13
1. Onze ministers verstrekken jaarlijks een uitkering aan de provincies ter bestrijding van de kosten, bedoeld in artikel 10, derde en vierde lid.
2. De uitkering bedraagt de som van de in artikel 8, derde lid, bedoelde voor de provincie vastgestelde bedragen.
3. Indien de provinciale jaarrekening met bijbehorende accountantsverslag blijk geeft van onzekerheden omtrent de besteding van de uitkering dan wel van onrechtmatigheden in de besteding van de uitkering, stelt het provinciaal bestuur Onze Ministers zo spoedig mogelijk schriftelijk daarvan in kennis.
4. Het provinciaal bestuur geeft in het geval, bedoeld in het derde lid, aan op welke wijze het voornemens is de onzekerheden op te heffen dan wel in een rechtmatige besteding van de uitkering te voorzien. Onze Ministers kunnen in verband daarmee tot verrekening overgaan.
Details
[Regeling vervallen per 01-01-2005]