Artikel 4
1. Bij algemene maatregel van bestuur wordt, voor zover het belang van de volksgezondheid zulks vordert, bepaald welke geneesmiddelen slechts mogen worden afgeleverd:
a. door hen, die ingevolge artikel 2, eerste lid, onder a, b en c, tot uitoefening der artsenijbereidkunst bevoegd zijn en door de inspecteur ingevolge artikel 14 zijn ingeschreven, mits de aflevering geschiedt in de apotheek, waarvoor zij zijn ingeschreven; b. vervallen; c. door in Nederland gevestigde personen, rechtspersonen daaronder begrepen, aan wie daartoe door Onze Minister vergunning is verleend. De vergunninghouder mag de in de aanhef bedoelde geneesmiddelen uitsluitend afleveren aan in Nederland gevestigde personen, rechtspersonen daaronder begrepen, die zodanige geneesmiddelen ingevolge deze wet mogen afleveren, alsmede aan ziekenhuizen en aan bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorieën van personen of instellingen met inachtneming van de bij of krachtens die maatregel gegeven voorschriften; hij mag niet over de toonbank verkopen, noch open winkel houden. Het bepaalde in de laatste drie volzinnen van artikel 2, eerste lid, onder d, is van toepassing.
2. Het ontwerp van een algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het eerste lid, wordt algemeen bekendgemaakt door plaatsing in de Staatscourant. De voordracht tot die algemene maatregel van bestuur wordt Ons niet gedaan, dan nadat één maand sinds die bekendmaking is verstreken.
3. Het College ter beoordeling van geneesmiddelen, genoemd in artikel 29, eerste lid, besluit bij de inschrijving in het in artikel 3, eerste lid, bedoelde register tevens, welke geneesmiddelen, indien het belang van de volksgezondheid zulks vordert, uitsluitend door de in het eerste lid, onder a, bedoelde personen, en uitsluitend op recept mogen worden afgeleverd. Bij ministeriële regeling worden de criteria vastgesteld die door het College bij het besluit in acht worden genomen. Tevens wordt bij ministeriële regeling bepaald in welke bijzondere omstandigheden een geneesmiddel waarop de eerste volzin toepassing heeft gevonden, zonder recept kan worden afgeleverd. Van het besluit van het College wordt mededeling gedaan in de Staatscourant. Ieder jaar zendt het College aan Onze Minister naar de stand per 1 april van dat jaar een lijst van alle geneesmiddelen waarop de eerste volzin toepassing heeft gevonden. De geneesmiddelen ten aanzien waarvan de eerste volzin toepassing heeft gevonden mogen anders dan op recept slechts worden afgeleverd door de personen, bedoeld in het eerste lid, onder c, met inachtneming van hetgeen in dat artikel-onderdeel is bepaald.
4. Het is verboden de in het eerste en derde lid bedoelde geneesmiddelen op of in voor het publiek toegankelijke verkoopplaatsen andere dan apotheken, alsmede in de bij deze verkoopplaatsen behorende werk- en bergplaatsen, in verkoopautomaten en op of aan de openbare weg zich bevindende verkoopgelegenheden, aanwezig te hebben.
5. Indien het belang der volksgezondheid zulks vordert, is Onze Minister bevoegd ten aanzien van door hem aangewezen substanties:
a. regelen te stellen voor de bereiding, de vervaardiging, de winning, de teelt, de verwerking, de bewerking, de verpakking, de deugdelijkheid, de bewaring, het vervoer, de aflevering en het toezicht daarop; b. te bepalen, dat zij niet mogen worden ingevoerd, dan wel dat zij niet mogen worden ingevoerd anders dan met inachtneming van bij zijn beschikking gestelde voorwaarden; c. te bepalen, dat zij niet mogen worden afgeleverd, dan wel dat zij gedurende een bij zijn beschikking aangewezen tijdvak van ten hoogste twaalf maanden niet mogen worden afgeleverd dan met inachtneming van de bij zijn beschikking gestelde voorwaarden.
6. Kosten van onderzoek en toezicht ten behoeve van de naleving der voorschriften, welke door Onze Minister krachtens het vorige lid zijn gegeven, worden gedragen door hen, die de substanties, in dat lid bedoeld, bereiden, vervaardigen, winnen, telen, verwerken, bewerken, verpakken, afleveren of invoeren, volgens regelen door Onze Minister vast te stellen.
Details
[Regeling vervallen per 01-07-2007]
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2012:BU5609 - Esmilo/Mediq: Nietigheid van een overeenkomst met een wettelijk verboden prestatie - 31 mei 2012
Een overeenkomst die verplicht tot een door de wet verboden prestatie is niet automatisch nietig wegens strijd met de openbare orde (art. 3:40 lid 1 BW), ook niet als beide partijen zich van het verbod bewust waren. De rechter moet de nietigheid beoordelen aan de hand van vier gezichtspunten.