Terug naar bibliotheek
Titel III. Van de opsporing
Artikel 20

Artikel 20 (Toegang opsporingsambtenaren tot plaatsen)

Laatste versie

De opsporingsambtenaren hebben in het belang van de opsporing toegang tot elke plaats, voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak nodig is.

Uitleg in duidelijke taal

De opsporingsambtenaren hebben in het belang van de opsporing toegang tot elke plaats, voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak nodig is.

Dit artikel betekent dat opsporingsambtenaren, ten behoeve van de opsporing, toegang hebben tot elke plaats, op voorwaarde dat dit redelijkerwijs noodzakelijk is voor het uitvoeren van hun taak.