Artikel 9
1 De belasting voor een personenauto wordt bepaald aan de hand van de volgende tabel.
Bij een CO2-uitstoot vanaf
tot
bedraagt de belasting voor een personenauto het in kolom III vermelde bedrag, vermeerderd met het bedrag dat wordt berekend door het in kolom IV vermelde bedrag te vermenigvuldigen met het aantal gram/km CO2-uitstoot dat de in kolom I vermelde CO2-uitstoot te boven gaat
I
II
III
IV
0 gram/km
79
€ 667
€ 2
79 gram/km
101
€ 825
€ 79
101 gram/km
141
€ 2.563
€ 173
141 gram/km
157
€ 9.483
€ 284
157 gram/km
–
€ 14.027
€ 568
Het bedrag van de belasting op grond van de tabel wordt in geval van een personenauto die wordt aangedreven door een motor met een compressieontsteking die zijn kracht kan ontlenen aan diesel vermeerderd met een bedrag van € 109,87 per gram/km CO2-uitstoot boven de 70 gram/km CO2-uitstoot.
2
[Red: Vervallen.]
3 De belasting bedraagt:
a. voor een bijzondere personenauto als bedoeld in het vijftiende lid 37,7 percent van de netto catalogusprijs, verminderd met € 1 283, dan wel, ingeval van een bijzondere personenauto die wordt aangedreven door een motor met een compressieontsteking die zijn kracht kan ontlenen aan diesel 37,7 percent van de netto catalogusprijs, vermeerderd met € 273;
b. voor een motorrijwiel:
1°. met een netto catalogusprijs van niet meer dan € 2 133: 9,6 percent van de netto catalogusprijs;
2°. met een netto catalogusprijs van meer dan € 2 133: 19,4 percent van de netto catalogusprijs, verminderd met € 210;
c. voor een bestelauto € 74,41 vermenigvuldigd met het aantal gram/km CO2-uitstoot.
4 Onder de netto catalogusprijs wordt verstaan de catalogusprijs verminderd met de daarin begrepen omzetbelasting.
5 Onder catalogusprijs wordt verstaan de in Nederland door de fabrikant of importeur publiekelijk kenbaar gemaakte prijs welke naar zijn inzicht bij verkoop aan de uiteindelijke afnemer valt te berekenen. In die geadviseerde verkoopprijs is de belasting van personenauto’s en motorrijwielen zelf niet begrepen. Is een zodanige prijs niet bekend, dan wordt hij door vergelijking bepaald.
6 Voor een nieuwe personenauto, een nieuw motorrijwiel of een nieuwe bestelauto geldt de catalogusprijs bij aanvang van de dag waarop aan de personenauto, het motorrijwiel of de bestelauto wordt ingeschreven in het kentekenregister.
7 Voor een gebruikte personenauto, een gebruikt motorrijwiel of een gebruikte bestelauto geldt de catalogusprijs van het tijdstip waarop de personenauto, het motorrijwiel of de bestelauto voor het eerst in gebruik is genomen. Indien dit tijdstip niet bekend is, treedt daarvoor in de plaats de laatste dag van het jaar waarin de personenauto, het motorrijwiel of de bestelauto is vervaardigd.
8 Voor een ander motorrijtuig dan een personenauto, een motorrijwiel of een bestelauto, dat in een zodanige staat wordt gebracht dat het een personenauto, een motorrijwiel of een bestelauto is, geldt de catalogusprijs als ware het een personenauto, een motorrijwiel of een bestelauto van het tijdstip waarop het motorrijtuig voor het eerst in gebruik is genomen. Indien dit tijdstip niet bekend is, treedt daarvoor in de plaats de laatste dag van het jaar waarin het motorrijtuig is vervaardigd.
9 Indien het tijdstip, bedoeld in het zesde en zevende lid, is gelegen voor 1 januari 1993, dan wordt uit de prijs, bedoeld in het vierde lid, de bijzondere verbruiksbelasting van personenauto’s dan wel de bijzondere verbruiksbelasting van motorrijwielen afgezonderd.
10 Wanneer een personenauto, een motorrijwiel of een bestelauto een bijzondere uitvoering heeft of is voorzien van extra toebehoren, wordt de waarde daarvan in de catalogusprijs begrepen, uitgezonderd de waarde van voorzieningen die niet zijn aangebracht door of namens de fabrikant of de importeur.
11 Voor de toepassing van dit artikel is de CO2-uitstoot van een personenauto of een bestelauto, de CO2-uitstoot gemeten overeenkomstig bijlage XXI bij Verordening (EU) 2017/1151 van de Commissie van 1 juni 2017 tot aanvulling van Verordening (EG) nr. 715/2007 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot emissies van lichte personen- en bedrijfsvoertuigen (Euro 5 en Euro 6) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie, tot wijziging van Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EG) nr. 692/2008 van de Commissie en Verordening (EU) nr. 1230/2012 van de Commissie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 692/2008 van de Commissie (PbEU 2017, L 175). Indien de meting mede met LPG, aardgas of biomethaan als brandstof is uitgevoerd, wordt de CO2-uitstoot van de auto met LPG, aardgas, respectievelijk biomethaan als brandstofsoort gehanteerd.
12 Indien de CO2-uitstoot van een personenauto uitsluitend is gemeten overeenkomstig bijlage XII bij Verordening (EG) nr. 692/2008 van de Commissie van 18 juli 2008 tot uitvoering en wijziging van Verordening (EG) nr. 715/2007 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot emissies van lichte personen- en bedrijfsvoertuigen (Euro 5 en Euro 6) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie (PbEU 2008, L 199) wordt het bedrag aan belasting bepaald op basis van de wettelijke bepalingen met betrekking tot de maatstaf van heffing en het tarief zoals die golden op 30 juni 2020.
13 Indien voor de toepassing van dit artikel de CO2-uitstoot van een personenauto niet op een bij ministeriële regeling voorgeschreven wijze is aangetoond, wordt deze gesteld op 550 gram per kilometer respectievelijk 395 gram per kilometer voor een personenauto die wordt aangedreven door een motor met compressieontsteking die zijn kracht kan ontlenen aan diesel.
14 Indien voor de toepassing van dit artikel de CO2-uitstoot van een bestelauto niet op een bij ministeriële regeling voorgeschreven wijze is aangetoond, wordt deze gesteld op 330 gram per kilometer.
15 Voor de toepassing van dit artikel wordt onder bijzondere personenauto verstaan een personenauto die een voertuig voor speciale doeleinden is zoals omschreven in Bijlage I, deel A, punt 5, van Verordening (EU) 2018/858 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 betreffende de goedkeuring van en het markttoezicht op motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 715/2007 en (EG) nr. 595/2009 en tot intrekking van Richtlijn 2007/46/EG (PbEU 2018, L 151), waarbij voor de kampeerauto geldt dat deze voldoet aan de eisen gesteld in artikel 23a van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 en de daarop berustende bepalingen.
Details
[Toekomstige wijziging(en) op 01-01-2027. Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2011. Zie het overzicht van wijzigingen]
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2020:63
ECLI:NL:HR:2019:1579
ECLI:NL:HR:2017:847
ECLI:NL:HR:2022:640 - BPM-afschrijving kampeerauto: taxatierapport toegestaan als voertuig ontbreekt in koerslijst
Voor de BPM-afschrijving mag de taxatiemethode worden gebruikt als een specifiek voertuig niet in een relevante koerslijst voorkomt. Het bestaan van 'lookalikes' in de lijst is onvoldoende om deze methode uit te sluiten. De bewijslast voor de afschrijving rust op de belastingplichtige.
ECLI:NL:HR:2016:833
ECLI:NL:HR:2018:1695
ECLI:NL:HR:2020:561 - BPM-heffing: officiële CO2-uitstoot van importauto is leidend, niet die van vergelijkbare auto's
De objectief vastgestelde CO2-uitstoot van een specifieke, geïmporteerde auto is een toegestane heffingsmaatstaf voor de bpm. Artikel 110 VWEU wordt niet geschonden als deze waarde hoger is dan die van vergelijkbare, reeds in Nederland geregistreerde auto's, omdat de CO2-uitstoot een vaststaand kenmerk is.
ECLI:NL:HR:2017:45
ECLI:NL:HR:2023:1703 - BPM-afschrijving importauto: eigen CO2-uitstoot is leidend, niet die van referentieauto
Bij de berekening van de bpm-afschrijving op een geïmporteerde gebruikte auto moet worden uitgegaan van het historische bpm-bedrag van de importauto zelf. Het is niet toegestaan om het bpm-bedrag van een binnenlands referentievoertuig te gebruiken, ook niet als diens waarde als basis dient voor de taxatie.