Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk IV. Bijzondere regelingen
Afdeling 2. Teruggaaf
Artikel 14a

Artikel 14a

Laatste versie

1 Teruggaaf van belasting wordt, onder bij algemene maatregel van bestuur te stellen voorwaarden en beperkingen, op aanvraag verleend voor personenauto’s, motorrijwielen en bestelauto’s indien de tenaamstelling van het motorrijtuig in het kentekenregister komt te vervallen omdat het motorrijtuig buiten Nederland wordt gebracht, het motorrijtuig overeenkomstig Richtlijn 1999/37/EG van de Raad van 29 april 1999 inzake de kentekenbewijzen van motorvoertuigen (PbEG 1999, L 138) wordt ingeschreven in een andere lidstaat van de Europese Unie of een staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte en als bewijs van die inschrijving door de bevoegde autoriteit een kentekenbewijs wordt afgegeven, met uitzondering van een kentekenbewijs dat is afgegeven op basis van een tijdelijke inschrijving van het motorrijtuig als bedoeld in artikel 1 van die richtlijn. De teruggaaf wordt verleend aan degene op wiens naam het motorrijtuig was gesteld direct voorafgaand aan het vervallen van de tenaamstelling in het kentekenregister.

2 Teruggaaf van belasting wordt, onder bij algemene maatregel van bestuur te stellen voorwaarden en beperkingen, op aanvraag verleend voor in een andere lidstaat van de Europese Unie of een staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte ingeschreven personenauto’s, motorrijwielen en bestelauto’s waarvoor de belasting is geheven ter zake van de aanvang van het gebruik met dat motorrijtuig van de weg door een in Nederland wonende natuurlijke persoon of gevestigd lichaam, indien het motorrijtuig niet langer feitelijk ter beschikking staat van de in Nederland wonende natuurlijke persoon of het in Nederland gevestigde lichaam en het motorrijtuig weer buiten Nederland is gebracht. De teruggaaf wordt verleend aan degene van wie de belasting ingevolge artikel 5, tweede lid, is geheven.

3 De teruggaaf, bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt uitsluitend verleend indien de belasting is betaald ter zake van de inschrijving of herinschrijving van het motorrijtuig, of indien de inschrijving heeft plaatsgevonden voor 1 januari 2022, ter zake van de registratie van het motorrijtuig of de tenaamstelling van het motorrijtuig of, indien de registratie heeft plaatsgevonden voor 1 januari 2014, het kenteken, dan wel de aanvang van het gebruik met het motorrijtuig van de weg, op of na 16 oktober 2006.

4 De teruggaaf bedraagt het belastingbedrag, nadat dit is verminderd overeenkomstig bij ministeriële regeling vast te stellen regels. Ingeval voor het motorrijtuig al eerder teruggaaf van de belasting is verleend, wordt de teruggaaf slechts verleend voorzover de eerder teruggegeven belasting op een later tijdstip alsnog als verschuldigde belasting is voldaan.

5 Bedragen van minder dan € 50 worden niet teruggegeven.

6 Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ten behoeve van de uitvoering van dit artikel.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad90x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:1277 - BPM-leeftijdskorting en proceskosten: geen vergoeding bij eigen keuze voor latere tenaamstelling

ECLI:NL:HR:2022:127723 september 2022Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De verplichting om BPM vooruit te betalen is niet in strijd met het Unierecht. Een belastingplichtige die een extra leeftijdskorting krijgt na bezwaar, heeft geen recht op proceskostenvergoeding als de latere tenaamstelling een eigen keuze was en niet aan de overheid te wijten is.

BelastingrechtMotorrijtuigenbelasting, Procesrecht Belastingen
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad50x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:78

ECLI:NL:HR:2017:7827 januari 2017Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad47x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:753

ECLI:NL:HR:2016:75329 april 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad24x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:1779 - BPM-teruggaaf mogelijk bij gedeeltelijke betaling door vorige eigenaar

ECLI:NL:HR:2020:177913 november 2020Dit wetsartikel wordt 14 keer genoemd in deze uitspraak

Een recht op teruggaaf van BPM bij export is niet afhankelijk van volledige betaling door een vorige eigenaar. Teruggaaf is mogelijk voor zover het daadwerkelijk betaalde bedrag hoger is dan de BPM die is toe te rekenen aan de gebruiksduur in Nederland.

BelastingrechtMotorrijtuigenbelasting, Procesrecht Belastingen
Hoge Raad24x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:281

ECLI:NL:HR:2014:28114 februari 2014Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad9x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:143

ECLI:NL:HR:2015:14330 januari 2015Dit wetsartikel wordt 9 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtMotorrijtuigenbelasting, Procesrecht Belastingen
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Hoge Raad9x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:1951

ECLI:NL:HR:2019:195113 december 2019Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:439 - BPM bij herregistratie: teruggaafbedrag is geen grondslag voor nieuwe heffing

ECLI:NL:HR:2022:43925 maart 2022Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat bij een hernieuwde tenaamstelling van een auto, waarvoor eerder een BPM-teruggaaf is verleend, de heffingsgrondslag wordt bepaald door de wettelijke regels op het moment van herregistratie, niet door het eerder teruggegeven bedrag. De teruggaafregeling en heffingsregeling staan los van elkaar.

BelastingrechtMotorrijtuigenbelasting, Procesrecht Belastingen
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:2872

ECLI:NL:HR:2017:287217 november 2017Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:2265

ECLI:NL:HR:2018:22657 december 2018Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak