Artikel 10b

Laatste versie

1. Indien het bedrag van de belasting op enig tijdstip na twee maanden vóór de eerste ingebruikneming van een gebruikt motorrijtuig, ingevolge de wettelijke bepalingen met betrekking tot de maatstaf van heffing, de wijze waarop die maatstaf wordt gemeten en het tarief zoals die op dat tijdstip golden, lager is dan het bedrag van de belasting ingevolge artikel 9 kan, in afwijking van artikel 10, eerste lid, dat lagere bedrag aan belasting worden toegepast.

2. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ten behoeve van de uitvoering van dit artikel.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad616x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:752 - Interne compensatie, redelijke termijn en discriminerende proceskostenvergoeding in BPM-zaak - 26 mei 2022

ECLI:NL:HR:2022:75226 mei 2022Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Interne compensatie is toegestaan, ook als dit een op Unierecht gebaseerde vordering tenietdoet. De coronapandemie rechtvaardigt niet zonder meer verlenging van de redelijke termijn. Een lagere proceskostenvergoeding voor BPM-zaken is in strijd met het discriminatieverbod en moet buiten toepassing blijven.

BelastingrechtMotorrijtuigenbelasting, Procesrecht Belastingen
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad161x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:833 - BPM en de grenzen van de vergoeding voor werkelijke proceskosten - 12 mei 2016

ECLI:NL:HR:2016:83312 mei 2016Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak

Het Unierechtelijke doeltreffendheidsbeginsel wordt niet geschonden door materiële wettelijke bepalingen. Een wanverhouding tussen de teruggaaf, de forfaitaire vergoeding en de werkelijke kosten is op zichzelf geen 'bijzondere omstandigheid' die een volledige proceskostenvergoeding rechtvaardigt onder het Besluit proceskosten bestuursrecht.

Hoge Raad120x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:561 - BPM-heffing: officiële CO2-uitstoot van importauto is leidend, niet die van vergelijkbare auto's - 2 april 2020

ECLI:NL:HR:2020:5612 april 2020Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak

De objectief vastgestelde CO2-uitstoot van een specifieke, geïmporteerde auto is een toegestane heffingsmaatstaf voor de bpm. Artikel 110 VWEU wordt niet geschonden als deze waarde hoger is dan die van vergelijkbare, reeds in Nederland geregistreerde auto's, omdat de CO2-uitstoot een vaststaand kenmerk is.

BelastingrechtMotorrijtuigenbelasting, Procesrecht Belastingen
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad83x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:821 - BPM-heffing en EU-recht: laagste tarief voor ingevoerde gebruikte auto's - 30 april 2020

ECLI:NL:HR:2020:82130 april 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Bij de import van een gebruikte auto uit een EU-lidstaat mag, op grond van artikel 110 VWEU, het laagst mogelijke BPM-tarief worden toegepast dat geldt voor soortgelijke, reeds in Nederland geregistreerde auto's. Dit garandeert dat de heffing niet hoger is dan de resterende BPM-waarde.

Hoge Raad65x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:79 - BPM: kentekenregistratie maakt auto niet automatisch 'gebruikt' - 26 januari 2017

ECLI:NL:HR:2017:7926 januari 2017Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Een personenauto wordt voor de BPM-heffing niet reeds als ‘gebruikt’ aangemerkt louter omdat deze in het buitenland op kenteken is gezet. Doorslaggevend is of de auto na de vervaardiging niet of nauwelijks daadwerkelijk in gebruik is geweest op de openbare weg.

Hoge Raad42x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:1528 - BPM: Buitenlandse registratie maakt auto niet automatisch 'gebruikt' - 15 oktober 2020

ECLI:NL:HR:2020:152815 oktober 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Voor de BPM-heffing kwalificeert een auto niet als 'gebruikt' op basis van enkel een eerdere buitenlandse registratie. Doorslaggevend is of de auto daadwerkelijk op de weg is gebruikt, wat blijkt uit de kilometerstand. Zonder noemenswaardig gebruik is de auto 'nieuw' en geldt het BPM-tarief ten tijde van Nederlandse registratie.

Hoge Raad21x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2023:440 - BPM: Ambtshalve plicht inspecteur bij naheffing en recht op proceskostenvergoeding - 23 maart 2023

ECLI:NL:HR:2023:44023 maart 2023Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak

De inspecteur moet bij een bpm-naheffing uit eigen beweging het voor de belastingplichtige meest gunstige historische tarief toepassen om strijd met artikel 110 VWEU te voorkomen. Nalatigheid hierin geeft belanghebbende recht op een proceskostenvergoeding, ook als dit punt pas in (hoger) beroep wordt aangevoerd.

Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:439 - BPM bij herregistratie: teruggaafbedrag is geen grondslag voor nieuwe heffing - 24 maart 2022

ECLI:NL:HR:2022:43924 maart 2022Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat bij een hernieuwde tenaamstelling van een auto, waarvoor eerder een BPM-teruggaaf is verleend, de heffingsgrondslag wordt bepaald door de wettelijke regels op het moment van herregistratie, niet door het eerder teruggegeven bedrag. De teruggaafregeling en heffingsregeling staan los van elkaar.

BelastingrechtMotorrijtuigenbelasting, Procesrecht Belastingen
Hoge Raad11x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BY0567 - BPM-berekening bij import: tarief van registratiejaar is leidend, niet ingebruiknamejaar - 18 oktober 2012

ECLI:NL:HR:2012:BY056718 oktober 2012Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Voor de berekening van de bpm op een gebruikte importauto is het belastingtarief van toepassing dat geldt op het moment van registratie in Nederland (het belastbare feit), niet het tarief uit het jaar van eerste ingebruikname in het buitenland. Dit geldt voor de berekening vóór de afschrijvingsvermindering.

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

ECLI:NL:GHARL:2024:233 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 8 januari 2024

ECLI:NL:GHARL:2024:2338 januari 2024Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak