Artikel 51
1 De accijns wordt geheven van:
a. bij toepassing van artikel 2, eerste lid, onderdeel a:
1°. de vergunninghouder van de accijnsgoederenplaats, de geregistreerde geadresseerde of enig andere persoon die de accijnsgoederen aan de accijnsschorsingsregeling onttrekt of voor wiens rekening de accijnsgoederen aan de accijnsschorsingsregeling worden onttrokken en, in geval van onregelmatige onttrekking aan de accijnsgoederenplaats, enig andere persoon die bij die onttrekking betrokken is geweest;
2°. in geval van een onregelmatigheid tijdens een overbrenging van accijnsgoederen onder een accijnsschorsingsregeling in de zin van artikel 2c, eerste, tweede en derde lid: de vergunninghouder van de accijnsgoederenplaats, de vergunninghouder van het belastingentrepot, de geregistreerde afzender, de vervoerder of de eigenaar van de accijnsgoederen, bedoeld in artikel 56, derde lid, of enig andere persoon die ingevolge de wettelijke bepalingen van een andere lidstaat zekerheid heeft gesteld en alle personen die bij de onregelmatige onttrekking betrokken zijn geweest terwijl zij wisten of redelijkerwijze hadden moeten weten dat het onttrekken op onregelmatige wijze geschiedde;
b. bij toepassing van artikel 2, eerste lid, onderdeel b: de persoon die de accijnsgoederen voorhanden heeft of opslaat, en enig andere persoon die bij het voorhanden hebben of opslaan ervan betrokken is;
c. bij toepassing van artikel 2, eerste lid, onderdeel c: de persoon die de accijnsgoederen produceert of verwerkt en, in geval van onregelmatige productie of verwerking, enig andere persoon die bij de productie of verwerking ervan betrokken is geweest;
d. bij toepassing van artikel 2, eerste lid, onderdeel d: de aangever, bedoeld in artikel 5, vijftiende lid, van het Douanewetboek van de Unie, of enig andere persoon als bedoeld in artikel 77, derde lid, van het Douanewetboek van de Unie en, in geval van onregelmatige binnenkomst, enig andere persoon die bij die onregelmatige binnenkomst betrokken is geweest;
e. bij toepassing van artikel 2, vierde lid: de persoon die de minerale oliën voorhanden heeft, opslaat of gebruikt;
f. bij toepassing van artikel 2d, derde lid: de particulier, bedoeld in artikel 2d, derde lid;
g. bij toepassing van artikel 2d, vierde lid: de particulieren, bedoeld in artikel 2d, vierde lid;
h. bij toepassing van artikel 2e, eerste lid: de gecertificeerde geadresseerde, bedoeld in artikel 2e, eerste lid;
i. Bij het niet voldoen aan de voorwaarden genoemd in artikel 2e, eerste lid, bij de overbrenging van de accijnsgoederen: alle bij de overbrenging betrokken personen;
j. bij toepassing van artikel 2f, eerste lid: de afzender in een andere lidstaat die een zelfstandige economische activiteit verricht, bedoeld in artikel 2f, eerste lid, of de aangewezen fiscaal vertegenwoordiger;
k. bij toepassing van artikel 4, eerste en tweede lid: de personen, bedoeld in onderdelen h, i of j, en eenieder die bij de onregelmatigheid betrokken is geweest.
2 In afwijking van het eerste lid, onderdeel a, wordt, in bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen gevallen en onder daarbij te stellen voorwaarden, de accijns van accijnsgoederen die zijn uitgeslagen uit een accijnsgoederenplaats in opdracht van een vergunninghouder van een andere accijnsgoederenplaats voor dezelfde soort accijnsgoederen, geheven van de vergunninghouder van die andere accijnsgoederenplaats.
3 Indien er voor eenzelfde accijnsschuld verscheidene schuldenaren zijn, zijn zij hoofdelijk tot betaling van deze schuld gehouden.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2003:AL6161
ECLI:NL:HR:2022:659 - Schipper in loondienst persoonlijk aansprakelijk voor accijns op scheepslading
Een schipper in loondienst wordt vanwege zijn specifieke eigen verantwoordelijkheid voor de lading en het schip aangemerkt als degene die accijnsgoederen 'voorhanden heeft'. Hierdoor is hij persoonlijk aansprakelijk voor de verschuldigde accijns, ook als de werkgever aan boord is.
ECLI:NL:HR:2022:1150 - Informatiebeschikking en reikwijdte omkering bewijslast: een temporele beperking
De omkering van de bewijslast door een informatiebeschikking geldt alleen voor de periode waarop het informatieverzoek ziet. Voor zover de naheffingsaanslag een langere periode beslaat, gelden de normale bewijsregels. De rechter moet dit ambtshalve toetsen, ook als partijen het eens zijn.
ECLI:NL:HR:2019:29
ECLI:NL:HR:2008:BD3699
ECLI:NL:HR:2003:AF0197
ECLI:NL:HR:2023:187 - Accijns op gasolie: de rol van merkstof Solvent Yellow
De Hoge Raad stelt prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie. Centraal staat of accijns nageheven kan worden voor gasolie met te weinig merkstof (Solvent Yellow), ook al wordt de brandstof correct gebruikt voor de scheepvaart en is er geen sprake van fraude.
ECLI:NL:HR:2022:1083 - Vals EMCS-bericht van ontvangst: risicoaansprakelijkheid afzender blijft onverminderd
Een via EMCS ontvangen (vals) bericht van ontvangst is geen dwingend bewijs voor een correcte beëindiging van een accijnsschorsing. Het creëert slechts een weerlegbaar vermoeden, waardoor de risicoaansprakelijkheid van de afzender voor de accijns onverminderd van kracht blijft.