Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk I. Inleidende bepalingen
Afdeling 1. Belastbaar feit
Artikel 2b

Artikel 2b

Laatste versie

1 De overbrenging van accijnsgoederen onder een accijnsschorsingsregeling vangt aan, in de in artikel 2a, eerste en tweede lid, bedoelde gevallen, wanneer de accijnsgoederen de accijnsgoederenplaats onderscheidenlijk het belastingentrepot van verzending verlaten en, in de in artikel 2a, derde lid, bedoelde gevallen, wanneer zij overeenkomstig artikel 201 van het Douanewetboek van de Unie in het vrije verkeer worden gebracht.

2 De overbrenging van accijnsgoederen onder een accijnsschorsingsregeling eindigt:

a. in de gevallen, bedoeld in artikel 2a, eerste lid, onderdelen a, b, c en e, tweede lid, onderdelen a, b en c, en derde lid, onderdelen a, b, c en e, op het tijdstip waarop de geadresseerde de accijnsgoederen in ontvangst heeft genomen;

b. in de gevallen, bedoeld in artikel 2a, eerste lid, onderdeel d, tweede lid, onderdeel d, en derde lid, onderdeel d, op het tijdstip waarop de goederen het grondgebied van de Unie hebben verlaten;

c. in de gevallen, bedoeld in artikel 2a, eerste lid, onderdeel f, tweede lid, onderdeel e, en derde lid, onderdeel f, op het tijdstip waarop de goederen onder de regeling extern douanevervoer worden geplaatst.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:1083 - Vals EMCS-bericht van ontvangst: risicoaansprakelijkheid afzender blijft onverminderd

ECLI:NL:HR:2022:108315 juli 2022Dit wetsartikel wordt 8 keer genoemd in deze uitspraak

Een via EMCS ontvangen (vals) bericht van ontvangst is geen dwingend bewijs voor een correcte beëindiging van een accijnsschorsing. Het creëert slechts een weerlegbaar vermoeden, waardoor de risicoaansprakelijkheid van de afzender voor de accijns onverminderd van kracht blijft.

BelastingrechtAccijns, Procesrecht Belastingen
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2008:BD3139

ECLI:NL:HR:2008:BD31396 juni 2008Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2006:AT3045

ECLI:NL:HR:2006:AT304513 oktober 2006Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:1611 - Brief als naheffingsaanslag en de grenzen van inbreng stukken strafdossier

ECLI:NL:HR:2022:161111 november 2022Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een brief kan een rechtsgeldige naheffingsaanslag zijn als deze alle essentiële kenmerken bevat. De verplichting tot inbreng van stukken (art. 8:42 Awb) geldt niet voor documenten die de besluitvorming niet meer kunnen beïnvloeden, zoals bewijs aangeleverd na een fatale termijn.

BelastingrechtAccijns, Procesrecht Belastingen
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2007:BA4291

ECLI:NL:HR:2007:BA42914 mei 2007Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2003:AF7970

ECLI:NL:HR:2003:AF797017 oktober 2003Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2004:AN4672

ECLI:NL:HR:2004:AN46728 oktober 2004Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak