Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk I. Inleidende bepalingen
Afdeling 1. Belastbaar feit
Artikel 1a

Artikel 1a

Laatste versie

1 In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

– accijnsgoed: een goed als bedoeld in artikel 1;

– accijnsgoederenplaats: iedere plaats in Nederland waar op grond van de bepalingen van deze wet accijnsgoederen onder schorsing van accijns mogen worden geproduceerd, mogen worden verwerkt, voorhanden mogen zijn, mogen worden opgeslagen, mogen worden ontvangen of mogen worden verzonden;

– accijnsschorsingsregeling: belastingregeling die geldt voor het produceren, verwerken, voorhanden hebben, opslaan en overbrengen van accijnsgoederen waarbij de accijns is geschorst;

– belastingentrepot: iedere plaats op het grondgebied van de Unie buiten Nederland waar op grond van de wettelijke bepalingen van de lidstaat waar de plaats zich bevindt, accijnsgoederen onder schorsing van accijns mogen worden geproduceerd, mogen worden verwerkt, voorhanden mogen zijn, mogen worden opgeslagen, mogen worden ontvangen of mogen worden verzonden;

– derdeland: elke staat of elk grondgebied waarop het Verdragen betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie niet van toepassing zijn;

– derdelandsgebieden: de gebieden, genoemd in artikel 4, tweede en derde lid, van Richtlijn 2020/262 van de Raad van 19 december 2020 houdende een algemene regeling inzake accijns (PbEU 2020, L 58);

– gecertificeerde afzender: een natuurlijke- of rechtspersoon, die op grond van een ingevolge deze wet afgegeven vergunning dan wel ingevolge de wettelijke bepalingen van de lidstaat van verzending staat geregistreerd om bij de bedrijfsuitoefening van die persoon accijnsgoederen te verzenden die op het grondgebied van de ene lidstaat tot verbruik zijn uitgeslagen en vervolgens naar het grondgebied van een andere lidstaat zijn overgebracht;

– gecertificeerde geadresseerde: een natuurlijk of rechtspersoon, die op grond van een ingevolge deze wet afgegeven vergunning dan wel ingevolge de wettelijke bepalingen van de lidstaat van bestemming staat geregistreerd om bij de bedrijfsuitoefening van die persoon accijnsgoederen te ontvangen die op het grondgebied van de ene lidstaat tot verbruik zijn uitgeslagen en vervolgens naar het grondgebied van een andere lidstaat zijn overgebracht;

– geregistreerde afzender: een natuurlijke - of rechtspersoon, die op grond van een ingevolge deze wet afgegeven vergunning dan wel ingevolge de wettelijke bepalingen van een andere lidstaat van invoer gemachtigd is om bij de bedrijfsuitoefening van die persoon en onder de door de inspecteur onderscheidenlijk de bevoegde autoriteiten van een andere lidstaat vastgestelde voorwaarden, accijnsgoederen onder een accijnsschorsingsregeling te verzenden wanneer zij overeenkomstig artikel 201 van het Douanewetboek van de Unie in het vrije verkeer worden gebracht;

– geregistreerde geadresseerde: een natuurlijke - of rechtspersoon, die op grond van een ingevolge deze wet afgegeven vergunning dan wel ingevolge de wettelijke bepalingen van een andere lidstaat gemachtigd is om bij de bedrijfsuitoefening van die persoon accijnsgoederen in ontvangst te nemen die vanuit het grondgebied van een andere lidstaat onder een accijnsschorsingsregeling worden overgebracht;

– GN-code: de code, bedoeld in Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PbEG 1987, L 256), zoals deze luidt op 1 januari 2018 indien het minerale oliën betreft, en zoals deze luidt op 1 januari 2019 indien het alcohol en alcoholhoudende dranken betreft;

– grondgebied van de Unie: het geheel van de grondgebieden van de lidstaten;

– grondgebied van een lidstaat: het grondgebied van een lidstaat waarop de Verdragen overeenkomstig de artikelen 349 en 355 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing zijn, met uitzondering van derdelandsgebieden;

– invoer: het in het vrije verkeer brengen van goederen, bedoeld in artikel 201 van het Douanewetboek van de Unie;

– kwijtschelding: ontheffing van de verplichting tot betaling van een niet voldane accijns;

– lidstaat van bestemming: de lidstaat waar de accijnsgoederen moeten worden geleverd of gebruikt overeenkomstig de bepalingen van Richtlijn 2020/262 van de Raad van 19 december 2019 houdende een algemene regeling inzake accijns (PbEU 2020, L 58);

– motorrijtuig: een voertuig dat is bestemd om anders dan langs spoorstaven te worden voortbewogen uitsluitend of mede door een mechanische kracht, op of aan het voertuig aanwezig;

– ondernemer: een ondernemer in de zin van de Wet op de omzetbelasting 1968;

– onregelmatige binnenkomst: een binnenkomst van goederen op het grondgebied van de Unie die niet overeenkomstig artikel 201 van het Douanewetboek van de Unie onder de regeling «in het vrije verkeer brengen» zijn geplaatst en waarvoor een douaneschuld is ontstaan als bedoeld in artikel 79, eerste lid, van dat wetboek, of zou zijn ontstaan als die goederen onderworpen waren aan douanerechten;

– plaats van invoer: de plaats waar de goederen zich bevinden wanneer zij overeenkomstig artikel 201 van het Douanewetboek van de Unie in het vrije verkeer worden gebracht;

– plaats van rechtstreekse aflevering: een plaats die op grond van een ingevolge deze wet afgegeven vergunning door de vergunninghouder van een accijnsgoederenplaats of door de geregistreerde geadresseerde is aangewezen als plaats waarnaar accijnsgoederen onder een accijnsschorsingsregeling mogen worden overgebracht;

– plaats waar de accijnsgoederen het grondgebied van de Unie verlaten: het douanekantoor van uitgang, bedoeld in artikel 329 van de Uitvoeringsverordening Douanewetboek van de Unie of het kantoor waar de douaneformaliteiten worden vervuld die van toepassing zijn op de uitgang van accijnsgoederen uit de Unie naar een gebied, genoemd in artikel 4, tweede lid, van Richtlijn 2020/262 van de Raad van 19 december 2019 houdende een algemene regeling inzake accijns (PbEU 2020, L 58);

– produceren: elk handelen waarbij of waardoor een accijnsgoed ontstaat;

– reiziger die zich naar een derdelandsgebied of derde land begeeft: iedere passagier die in het bezit is van een bewijs van vervoer door de lucht of over zee, waarop als definitieve bestemming een in een derdelandsgebied of derde land gelegen luchthaven of haven is vermeld.

– Richtlijn hernieuwbare energie: Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG (PbEU 2009, L 140);

– teruggaaf: teruggave van een accijns die is betaald;

– verwerken: elk handelen waarbij de samenstelling van een accijnsgoed wordt gewijzigd.

2 Bij ministeriële regeling kunnen de data, genoemd in het eerste lid, bij de GN-code, worden vervangen door de datum van de versie van de in dat onderdeel bedoelde verordening die aan de wijziging van de GN-codes ten grondslag heeft gelegen, alsmede de GN-codes, genoemd in deze wet en de daarop berustende bepalingen.

3 Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat aan minerale oliën bij ministeriële regeling, onder daarbij te stellen voorwaarden, voorgeschreven herkenningsmiddelen worden toegevoegd.

4 Als verwerken van een accijnsgoed wordt mede aangemerkt:

a. het toevoegen van herkenningsmiddelen als bedoeld in het derde lid aan minerale oliën;

b. het afscheiden van herkenningsmiddelen als bedoeld in het derde lid, of van bestanddelen van die herkenningsmiddelen, van minerale oliën waaraan deze herkenningsmiddelen zijn toegevoegd, waaronder begrepen het opheffen of veranderen van de werking van deze herkenningsmiddelen.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad19x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:29

ECLI:NL:HR:2019:2911 januari 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad18x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2008:BD3699

ECLI:NL:HR:2008:BD36992 december 2008Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtAccijns, Fiscaal Strafrecht
StrafrechtFinancieel Economisch Strafrecht, Materieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2023:187 - Accijns op gasolie: de rol van merkstof Solvent Yellow

ECLI:NL:HR:2023:18710 februari 2023Dit wetsartikel wordt 8 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad stelt prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie. Centraal staat of accijns nageheven kan worden voor gasolie met te weinig merkstof (Solvent Yellow), ook al wordt de brandstof correct gebruikt voor de scheepvaart en is er geen sprake van fraude.

BelastingrechtAccijns, Procesrecht Belastingen
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:1611 - Brief als naheffingsaanslag en de grenzen van inbreng stukken strafdossier

ECLI:NL:HR:2022:161111 november 2022Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Een brief kan een rechtsgeldige naheffingsaanslag zijn als deze alle essentiële kenmerken bevat. De verplichting tot inbreng van stukken (art. 8:42 Awb) geldt niet voor documenten die de besluitvorming niet meer kunnen beïnvloeden, zoals bewijs aangeleverd na een fatale termijn.

BelastingrechtAccijns, Procesrecht Belastingen
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2008:BD3139

ECLI:NL:HR:2008:BD31396 juni 2008Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1999:AA2841

ECLI:NL:HR:1999:AA284124 augustus 1999Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtAccijns, Procesrecht Belastingen
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2004:AP9596

ECLI:NL:HR:2004:AP95969 juli 2004Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2003:AF0332

ECLI:NL:HR:2003:AF033213 juni 2003Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:625 - Zekerheidstelling voor accijns bij rechtstreekse aflevering zonder fysiek bezit

ECLI:NL:HR:2019:62519 april 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Accijnsrichtlijn biedt geen grondslag om zekerheid te eisen voor 'voorhanden hebben' van goederen die rechtstreeks worden geleverd. De nationale wetgever mag echter wel zekerheid verlangen voor de accijns die reeds verschuldigd is geworden wegens uitslag tot verbruik maar nog moet worden voldaan.

BelastingrechtAccijns, Procesrecht Belastingen
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2010:BL3566

ECLI:NL:HR:2010:BL356629 oktober 2010Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak