Artikel 56
1 Bij elk blok wordt de totale oppervlakte van alle bij de herverkaveling betrokken gronden tot een maximum van vijf procent verminderd met de oppervlakte van alle in het blok opgenomen gronden:
a. die in het belang van de herverkaveling benodigd zijn voor het tot stand brengen of verbeteren van openbare wegen en waterlopen;
b. die benodigd zijn voor de aanleg van de met die wegen en waterlopen samenhangende voorzieningen;
c. die benodigd zijn voor het verwezenlijken van maatregelen en voorzieningen met betrekking tot de natuur, het landschap en de openluchtrecreatie;
d. die anderszins bestemd zijn voor voorzieningen van openbaar nut.
2 Iedere eigenaar heeft aanspraak op een oppervlakte in kavels die gelijk is aan de oppervlakte van de door hem ingebrachte kavels, verminderd met het percentage waarmee de totale oppervlakte van alle in het blok opgenomen gronden ingevolge het eerste lid is verminderd. De eerste volzin is niet van toepassing ingeval van onteigening.
3 De totale oppervlakte, bedoeld in het tweede lid, is de oppervlakte van alle in het blok opgenomen gronden, verminderd met de oppervlakte van de voor de verwezenlijking van het inrichtingsplan ter onteigening aangewezen gronden.
4 Van het tweede lid kan worden afgeweken indien toepassing van dat lid de totstandkoming van een behoorlijke herverkaveling in de weg zou staan. Deze afwijking mag, tegen de wil van de eigenaar en van degene die op de onroerende zaak een recht van hypotheek of grondrente heeft, ten hoogste vijf procent bedragen van de oppervlakte waarop de eigenaar ingevolge het tweede lid aanspraak heeft, met dien verstande dat de toepassing van het eerste lid in samenhang met deze afwijking ten aanzien van een eigenaar niet leidt tot de toedeling van een oppervlakte die meer dan vijf procent kleiner is dan de oppervlakte van de door die eigenaar ingebrachte kavels.
Details
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2018:1020 - Verrekening kwaliteitsverschil grond bij herverkaveling onder de Wilg toegestaan
De Wet inrichting landelijk gebied (Wilg) staat toe dat kwaliteitsverschillen tussen ingebrachte en toegedeelde grond financieel worden verrekend via de lijst der geldelijke regelingen. Dit geldt ook als de gronden binnen dezelfde bodemgeschiktheidsklasse vallen, aangezien deze klassen enkel de uitruilbaarheid bepalen.
ECLI:NL:HR:2020:382 - Ontsluiting en Ruilwaarde bij Herverkaveling: De Lijst der Geldelijke Regelingen
Bij herverkaveling onder de Wet inrichting landelijk gebied is de ontsluiting van een perceel irrelevant voor de ruilwaarde in het ruilplan (fase 1). Echter, in de Lijst der Geldelijke Regelingen (fase 2) is de ontsluiting wel een factor die de waardeverandering en kostenverdeling beïnvloedt.