Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 3. Heffingsgrondslag bij werk en woning
Afdeling 3.13. Verliesverrekening
Artikel 3.151. Vaststelling verlies

Artikel 3.151. Vaststelling verlies

Laatste versie

1 De inspecteur stelt het bedrag van een verlies uit werk en woning vast bij voor bezwaar vatbare beschikking.

2 Ingeval het verlies geheel of gedeeltelijk bestaat uit een ondernemingsverlies, stelt de inspecteur bij de in het eerste lid bedoelde beschikking tevens het bedrag van het ondernemingsverlies vast.

3 Het bedrag van het verlies uit werk en woning en het bedrag van het ondernemingsverlies worden afzonderlijk op het aanslagbiljet vermeld.

4 Indien er grond is voor het vermoeden dat een verlies uit werk en woning of een ondernemingsverlies te hoog is vastgesteld, kan de inspecteur de in het eerste lid bedoelde beschikking herzien. Herziening vindt plaats bij voor bezwaar vatbare beschikking.

5 Een feit dat de inspecteur bekend was of redelijkerwijs bekend had kunnen zijn, levert geen grond op voor herziening, tenzij de belastingplichtige ter zake van dit feit te kwader trouw is.

6 Artikel 16, tweede lid, aanhef en onderdelen b en c, derde en vierde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen is van overeenkomstige toepassing op herziening.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad33x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:2795

ECLI:NL:HR:2015:27952 oktober 2015Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad24x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2023:1093 - Redelijke schatting vereist feitelijk aanknopingspunt, ook bij omgekeerde bewijslast

ECLI:NL:HR:2023:109318 augustus 2023Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Een omstandigheid die onvoldoende is om eigendom en aanschaf van een goed aannemelijk te maken, kan niet dienen als redelijk aanknopingspunt voor een schatting van inkomen. De Hoge Raad verwerpt de tegenstrijdige redenering van het hof.

BelastingrechtProcesrecht Belastingen, Inkomstenbelasting, Fiscaal Strafrecht, Btw
Hoge Raad12x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BQ2098

ECLI:NL:HR:2011:BQ209822 april 2011Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad10x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BQ4267

ECLI:NL:HR:2011:BQ426713 mei 2011Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad10x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:2079

ECLI:NL:HR:2016:207916 september 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad8x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:1687

ECLI:NL:HR:2019:16878 november 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad8x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:913 - Zaakwaarneming in bestuursrecht en schadevergoeding bij overschrijding redelijke termijn

ECLI:NL:HR:2018:91315 juni 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

In uitzonderlijke gevallen kan een vertegenwoordiger zonder machtiging als zaakwaarnemer optreden voor onbekende erfgenamen. Voor toekenning van immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn is het niet relevant of een belanghebbende heeft aangedrongen op een spoedige behandeling.

BelastingrechtProcesrecht Belastingen, Inkomstenbelasting
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Hoge Raad7x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:408

ECLI:NL:HR:2018:40823 maart 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:1618

ECLI:NL:HR:2019:161825 oktober 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BV8175

ECLI:NL:HR:2012:BV81759 maart 2012Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak