Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 9. Slotbepalingen
Artikel 9.1. Hardheidsclausules

Artikel 9.1. Hardheidsclausules

Laatste versie

1. De Dienst Toeslagen kan bij een besluit over toekenning van compensatie, een tegemoetkoming of vergoeding, kwijtschelding van bestuursrechtelijke schulden of betaling van bestuursrechtelijke en privaatrechtelijke schulden afwijken van 2.1, 2.6, 2.7, 2.10, 2.11, 2.11a, 2.11b, 2.14, 2.14a, 2.16, 2.17, 3.1, 4.6, 4.7 of 6.1 voor zover toepassing van het desbetreffende artikel gelet op doel of strekking ervan zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard voor degene die aanspraak wil maken op de toekenning.

2. Voor zover toepassing gelet op het belang dat de bepaling beoogt te beschermen, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard kan:

a. Onze Minister afwijken van artikel 2.15, 2.15a, 2.15b, 3.13, 4.1, 4.2 of 4.3; b. het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, genoemd in Hoofdstuk 5 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, afwijken van artikel 3.6; c. de Sociale verzekeringsbank, genoemd in Hoofdstuk 6 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, afwijken van artikel 3.7; d. het college van burgemeester en wethouders afwijken van artikel 3.8 of 2.21; e. Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid afwijken van artikel 3.9; f. het CAK, bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet langdurige zorg, van artikel 3.10 afwijken; g. de Wlz-uitvoerder, bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet langdurige zorg, van artikel 3.11 afwijken; en h. het college, bedoeld in de artikelen 1.1 van de Jeugdwet en 1.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, van artikel 3.12 afwijken.

Details

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2024. Zie het overzicht van wijzigingen]

Gerelateerde rechtspraak

Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2024:1544 - Rechtbank Midden-Nederland - 28 februari 2024

ECLI:NL:RBMNE:2024:154428 februari 2024Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2024:2145 - Rechtbank Midden-Nederland - 8 april 2024

ECLI:NL:RBMNE:2024:21458 april 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Rotterdam2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBROT:2024:6825 - Rechtbank Rotterdam - 14 juli 2024

ECLI:NL:RBROT:2024:682514 juli 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2024:6032 - Rechtbank Rotterdam - 13 juni 2024

ECLI:NL:RBROT:2024:603213 juni 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2024:6404 - Rechtbank Rotterdam - 29 mei 2024

ECLI:NL:RBROT:2024:640429 mei 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2024:6401 - Rechtbank Rotterdam - 29 mei 2024

ECLI:NL:RBROT:2024:640129 mei 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2024:6403 - Rechtbank Rotterdam - 29 mei 2024

ECLI:NL:RBROT:2024:640329 mei 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2024:6402 - Rechtbank Rotterdam - 29 mei 2024

ECLI:NL:RBROT:2024:640229 mei 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2023:7510 - Rechtbank Midden-Nederland - 21 december 2023

ECLI:NL:RBMNE:2023:751021 december 2023Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Rotterdam1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBROT:2024:10860 - Rechtbank Rotterdam - 23 oktober 2024

ECLI:NL:RBROT:2024:1086023 oktober 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak