Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 2. De bijhouding van de basisadministratie
Afdeling 1. De verplichtingen van het college van burgemeester en wethouders
§ 2. De opneming van persoonsgegevens
Artikel 48

Artikel 48

Laatste versie

1. Aan de aangifte van vertrek van de ingezetene die naar redelijke verwachting gedurende een jaar ten minste twee derden van de tijd buiten Nederland zal verblijven, worden gegevens betreffende het volgende land van verblijf en het eerste adres van verblijf in dat land ontleend.

2. Indien een ingezetene als bedoeld in het eerste lid in gebreke is met het doen van aangifte, draagt het college van burgemeester en wethouders van de gemeente van inschrijving ambtshalve zorg voor opneming van gegevens betreffende het vertrek, het volgende land van verblijf en het eerste adres van verblijf in dat land. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd de gegevens alsnog aan de aangifte van de ingezetene te ontlenen, indien de aangifte na afloop van de aangiftetermijn geschiedt.

3. Als datum van vertrek uit Nederland en van opheffing van het adres wordt de dag opgenomen waarop de aangifte is ontvangen, dan wel de dag waarop van het voornemen tot ambtshalve opneming van gegevens over het vertrek aan de ingeschrevene schriftelijk mededeling is gedaan.

4. Indien de ingezetene in de aangifte van vertrek meldt te gaan verblijven in Aruba, Curaçao, Sint Maarten of in een van de openbare lichamen, verstrekt het college van burgemeester en wethouders aan hem kosteloos een verhuisbericht, volgens een door Onze Minister vast te stellen model.

Details

[Regeling vervallen per 06-01-2014]