Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 2. Voorwaarden voor de rechtmatigheid van de verwerking van persoonsgegevens
Paragraaf 2. De verwerking van bijzondere persoonsgegevens
Artikel 23

Artikel 23

Laatste versie

1. Onverminderd de artikelen 17 tot en met 22 is het verbod om persoonsgegevens als bedoeld in artikel 16, te verwerken niet van toepassing voor zover:

a. dit geschiedt met uitdrukkelijke toestemming van de betrokkene; b. de gegevens door de betrokkene duidelijk openbaar zijn gemaakt; c. dit noodzakelijk is voor de vaststelling, de uitoefening of de verdediging van een recht in rechte; d. dit noodzakelijk is ter verdediging van de vitale belangen van de betrokkene of van een derde en het vragen van diens uitdrukkelijke toestemming onmogelijk blijkt; e. dit noodzakelijk is ter voldoening aan een volkenrechtelijke verplichting of f. dit noodzakelijk is met het oog op een zwaarwegend algemeen belang, passende waarborgen worden geboden ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer en dit bij wet wordt bepaald dan wel het College ontheffing heeft verleend. Het College kan bij de verlening van ontheffing beperkingen en voorschriften opleggen; g. de gegevens worden verwerkt door het College of een ombudsman als bedoeld in artikel 9:17 van de Algemene wet bestuursrecht en dit noodzakelijk is met het oog op een zwaarwegend algemeen belang, voor de uitvoering van de hun wettelijk opgedragen taken en bij die uitvoering is voorzien in zodanige waarborgen dat de persoonlijke levenssfeer van de betrokkene niet onevenredig wordt geschaad.

2. Het verbod om persoonsgegevens als bedoeld in artikel 16, te verwerken ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek of statistiek is niet van toepassing voor zover:

a. het onderzoek een algemeen belang dient, b. de verwerking voor het betreffende onderzoek of de betreffende statistiek noodzakelijk is, c. het vragen van uitdrukkelijke toestemming onmogelijk blijkt of een onevenredige inspanning kost en d. bij de uitvoering is voorzien in zodanige waarborgen dat de persoonlijke levenssfeer van de betrokkene niet onevenredig wordt geschaad.

3. Verwerkingen als bedoeld in het eerste lid, onder f, worden bij de Europese Commissie gemeld. Onze Minister wie het aangaat verricht de melding indien de verwerking bij wet is voorzien. Het College verricht de melding indien het voor de verwerking ontheffing heeft verleend.

Details

[Regeling vervallen per 25-05-2018]

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad127x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2008:BC8231

ECLI:NL:HR:2008:BC823113 mei 2008Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtJeugdstrafrecht, Strafprocesrecht, Materieel Strafrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad95x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2008:BC8234

ECLI:NL:HR:2008:BC823413 mei 2008Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht, Jeugdstrafrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:3053 - Toestemming patiënt en medisch beroepsgeheim in private zorginfrastructuur (LSP)

ECLI:NL:HR:2017:30531 december 2017Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak

Een private zorginfrastructuur (LSP) is rechtmatig als de patiënt geïnformeerd en vrijwillig toestemming geeft. Zelfs bij toestemming moet voldaan zijn aan proportionaliteit en subsidiariteit. Een 'iedereen-of-niemand'-toestemming is hier aanvaardbaar, mede omdat de patiënt specifieke informatie kan afschermen.

Civiel RechtInformatierecht, Gezondheidsrecht, Verbintenissenrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht, Mensenrechten
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BP1179

ECLI:NL:HR:2011:BP117931 mei 2011Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht, Europees Strafrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2011:BP6159

ECLI:NL:HR:2011:BP615931 mei 2011Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht