Artikel 5
1. Na de inwerkingtreding dezer wet kan de onder III van het eerste lid van het voorgaande artikel bedoelde bestemming slechts worden gegeven met medewerking van den raad der gemeente, waarin de weg is gelegen.
2. Deze medewerking wordt niet vereischt wanneer die bestemming gegeven wordt door het Rijk, door eene provincie of door een waterschap.
3. Op een verzoek tot medewerking wordt door den Raad binnen zestig dagen beslist. Die termijn kan bij een besluit van den Raad éénmaal voor gelijken tijd worden verlengd; dit besluit wordt onverwijld ter kennis gebracht van hem, die de medewerking heeft verzocht.
4. Bij weigering van deze medewerking van een gemeente staat aan hem, die de medewerking heeft verzocht beroep op Gedeputeerde Staten open.
5. Van een besluit tot medewerking als bedoeld in dit artikel wordt, indien dit wordt genomen door de gemeenteraad, mededeling gedaan aan gedeputeerde staten door toezending van een afschrift ervan.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:RBZWB:2024:6728 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 1 oktober 2024
ECLI:NL:HR:2023:1674 - Aansprakelijkheid voor struikelen over biggenrug: Hoge Raad benadrukt motiveringseisen - 30 november 2023
De Hoge Raad vernietigt het oordeel van het hof over de aansprakelijkheid van een bank voor letsel na een val over een biggenrug op haar parkeerterrein. Het hof heeft onvoldoende gemotiveerd waarom het parkeerterrein gebrekkig was en heeft essentiële stellingen van de bank onbesproken gelaten.