Terug naar bibliotheek
Titel III. Van de opsporing
Artikel 26

Artikel 26 (Niet voldoen vordering opsporingsambtenaar economisch delict)

Laatste versie

Het opzettelijk niet voldoen aan een vordering, krachtens enig voorschrift van deze wet gedaan door een opsporingsambtenaar, is een economisch delict.

Uitleg in duidelijke taal

Het opzettelijk niet voldoen aan een vordering, krachtens enig voorschrift van deze wet gedaan door een opsporingsambtenaar, is een economisch delict.

Dit artikel bepaalt dat het als een economisch delict wordt beschouwd als iemand opzettelijk niet voldoet aan een vordering die, krachtens enig voorschrift van deze wet, is gedaan door een opsporingsambtenaar.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad17x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2023:1562 - Vordering WED-gegevens en nemo tenetur: de grens van 'fishing expeditions'

ECLI:NL:HR:2023:156214 november 2023Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak

Een te brede, ongespecificeerde vordering tot het overleggen van documenten onder de WED wordt aangemerkt als een 'fishing expedition'. Vervolging voor het niet voldoen aan een dergelijke vordering is in strijd met het nemo tenetur-beginsel (art. 6 EVRM).

Internationaal PubliekrechtMensenrechten, Europees Recht
StrafrechtFinancieel Economisch Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2008:BC6140

ECLI:NL:HR:2008:BC614011 maart 2008Dit wetsartikel wordt 13 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:901 - Schorsing visvergunning geen 'criminal charge', strafvervolging na sanctie toegestaan

ECLI:NL:HR:2018:90112 juni 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een bestuursrechtelijke schorsing van een visvergunning met een compensatoir doel is geen 'criminal charge' in de zin van art. 50 Handvest, ook niet bij aanzienlijke financiële schade. Het ne bis in idem-beginsel staat een daaropvolgende strafvervolging voor hetzelfde feit daarom niet in de weg.

Internationaal PubliekrechtEuropees Recht, Mensenrechten
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht, Financieel Economisch Strafrecht
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2018:902 - Opzet op niet-naleven vordering: voorafgaand handelen is niet zonder meer bewijs

ECLI:NL:HR:2018:90212 juni 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Het opzettelijk creëren van een situatie waarin men niet kan voldoen aan een toekomstige vordering (culpa in causa), bewijst niet automatisch het opzet op het niet-voldoen aan die latere, specifieke vordering. Dit opzet moet afzonderlijk worden vastgesteld.

StrafrechtFinancieel Economisch Strafrecht, Strafprocesrecht, Materieel Strafrecht