Artikel 26 (Niet voldoen vordering opsporingsambtenaar economisch delict)
Het opzettelijk niet voldoen aan een vordering, krachtens enig voorschrift van deze wet gedaan door een opsporingsambtenaar, is een economisch delict.
Uitleg in duidelijke taal
Het opzettelijk niet voldoen aan een vordering, krachtens enig voorschrift van deze wet gedaan door een opsporingsambtenaar, is een economisch delict.
Dit artikel bepaalt dat het als een economisch delict wordt beschouwd als iemand opzettelijk niet voldoet aan een vordering die, krachtens enig voorschrift van deze wet, is gedaan door een opsporingsambtenaar.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2023:1562 - Vordering WED-gegevens en nemo tenetur: de grens van 'fishing expeditions'
Een te brede, ongespecificeerde vordering tot het overleggen van documenten onder de WED wordt aangemerkt als een 'fishing expedition'. Vervolging voor het niet voldoen aan een dergelijke vordering is in strijd met het nemo tenetur-beginsel (art. 6 EVRM).
ECLI:NL:HR:2008:BC6140
ECLI:NL:HR:2018:901 - Schorsing visvergunning geen 'criminal charge', strafvervolging na sanctie toegestaan
Een bestuursrechtelijke schorsing van een visvergunning met een compensatoir doel is geen 'criminal charge' in de zin van art. 50 Handvest, ook niet bij aanzienlijke financiële schade. Het ne bis in idem-beginsel staat een daaropvolgende strafvervolging voor hetzelfde feit daarom niet in de weg.
ECLI:NL:HR:2018:902 - Opzet op niet-naleven vordering: voorafgaand handelen is niet zonder meer bewijs
Het opzettelijk creëren van een situatie waarin men niet kan voldoen aan een toekomstige vordering (culpa in causa), bewijst niet automatisch het opzet op het niet-voldoen aan die latere, specifieke vordering. Dit opzet moet afzonderlijk worden vastgesteld.