Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 6. Inwerkingtreding beschikkingen en rechtsbescherming
Artikel 6.1

Artikel 6.1

Laatste versie

1. Een beschikking krachtens deze wet treedt in werking met ingang van de dag na haar bekendmaking.

2. In afwijking van het eerste lid treedt een beschikking in werking met ingang van de dag na afloop van de termijn, bedoeld in artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht, voor het indienen van:

a. een bezwaarschrift indien het een omgevingsvergunning betreft met betrekking tot een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, f, g of h, of 2.2, eerste lid, onder b, c of g, of een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning die betrekking hebben op een activiteit als hiervoor bedoeld; b. een beroepschrift in gevallen waarin zij is voorbereid met toepassing van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.

3. Indien in gevallen als bedoeld in het tweede lid, gedurende de daar bedoelde termijn bij de bevoegde rechter een verzoek om voorlopige voorziening is gedaan, treedt de beschikking niet in werking voordat op dat verzoek is beslist.

4. In afwijking van het eerste lid wordt de werking van een overeenkomstig artikel 3.9, derde lid, van rechtswege verleende vergunning opgeschort totdat de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift, bedoeld in artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht, is verstreken of, indien bezwaar is gemaakt, op dit bezwaar is beslist. De vergunninghouder kan de voorzieningenrechter van de rechtbank verzoeken de opschorting op te heffen. Titel 8.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing.

5. Bij een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, of een verordening als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, kan worden bepaald dat met betrekking tot daarbij aangewezen activiteiten het tweede en derde lid van overeenkomstige toepassing zijn in daarbij aangewezen categorieën gevallen.

Details

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Gerelateerde rechtspraak

Rechtbank Oost-Brabant1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBOBR:2024:1490 - Rechtbank Oost-Brabant - 11 april 2024

ECLI:NL:RBOBR:2024:149011 april 2024Dit wetsartikel wordt 9 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State

ECLI:NL:RVS:2024:631 - Raad van State - 13 februari 2024

ECLI:NL:RVS:2024:63113 februari 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Oost-Brabant

ECLI:NL:RBOBR:2024:3076 - Rechtbank Oost-Brabant - 3 juli 2024

ECLI:NL:RBOBR:2024:30763 juli 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2024:1713 - Raad van State - 23 april 2024

ECLI:NL:RVS:2024:171323 april 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2024:2550 - Rechtbank Midden-Nederland - 1 april 2024

ECLI:NL:RBMNE:2024:25501 april 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2024:2549 - Rechtbank Midden-Nederland - 1 april 2024

ECLI:NL:RBMNE:2024:25491 april 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Noord-Nederland

ECLI:NL:RBNNE:2024:783 - Rechtbank Noord-Nederland - 19 februari 2024

ECLI:NL:RBNNE:2024:78319 februari 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch

ECLI:NL:GHSHE:2023:4291 - Gerechtshof 's-Hertogenbosch - 21 december 2023

ECLI:NL:GHSHE:2023:429121 december 2023Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2024:15722 - Rechtbank Den Haag - 30 september 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:1572230 september 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Oost-Brabant

ECLI:NL:RBOBR:2024:3729 - Rechtbank Oost-Brabant - 15 augustus 2024

ECLI:NL:RBOBR:2024:372915 augustus 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak